“Geen thema benoemd”

22 September 2007, Oegstgeest

inhoud

  1. Opening
  2. Keizer Hirohito voor, tijdens en na de oorlog
  3. Watashi wa dare no ko? = Vader, wie ben je? Reacties op ons boek in Japan en Nederland
  4. JIN’ers vertellen
  5. Dit Nederlands-Indisch kind in contact met Japan
  6. Message from Kamaishi
  7. Afsluiting

1. Opening ⎮ Yukari Tangena – Suzuki

Dames en Heren,

Namens de stuurgroep heet ik u allen hartelijk welkom voor de elfde Conferentie Nederland-Japan. Vooral de gastsprekers wil ik hartelijk welkom heten. Ik hoop dat we vandaag weer een fijne conferentie mogen meemaken.


Ik heb bij de tweede conferentie een voordracht gehouden. Sindsdien heb ik ontzettend veel geleerd. Er werden onderwerpen besproken, die voor mij niet altijd makkelijk waren. Vele waren erg confronterend: ze herinneren aan de donkere geschiedenis van mijn land. Maar ik denk dat ik als Japanner juist daarom hier moet zijn. Mijn land probeert de “troostmeisjes” nog steeds te negeren en er worden nog steeds geen eerlijke geschiedenis lessen gegeven. Ik ben natuurlijk geen lid van de Japanse regering, maar als iemand uit het Japanse volk wil ik U elke keer ontmoeten, zodat ik een kans krijg om naar uw zorgen over mijn land te luisteren. Met u te praten doet me ook erg goed want ik ben altijd erg blij en voel warmte binnen in mijn hart als ik terugrijd naar mijn huis in Brabant.

Deze week is het Vredesweek in Christelijke kerken. Iedereen wil van harte vrede op aarde. Ik vind dat we met deze conferentie ook werken aan de realisatie van vrede op aarde.

Niet alleen ergens anders, maar ook in ons dagelijks leven zien we vele conflicten en ruzies. Wanneer er eenmaal een ruzie is, dan kunnen we geen oplossing vinden, tenzij we naar onszelf kijken, want in de kern van elk conflict ligt ons eigen ego: “Ik ben hier toch niet verantwoordelijk voor”.

In 2005 had ik de geweldige mogelijkheid om de 60e herdenking van de oorlog in het Verre Oosten mee te maken. Het was bij het Indische Monument samen met een vriend, die ik hier op de conferentie had ontmoet. Onder de vele sprekers was een jongen van de middelbare school, die het Indische monument schoonmaakt met zijn klasgenoten. Hij zei dat zijn gedachten ook uitgingen naar de doden onder de Indonesie¨rs en de Japanners. Ik hoorde ook dat Mevrouw van Raalte, de schrijfster van “Mogen we altijd in dit kamp blijven?”, in een herdenkingsdienst van haar kerk op 15 Augustus dit jaar, bad voor de onschuldige kinderen van niet alleen geallieerde soldaten, maar ook van Japanse soldaten. Omdat al deze kinderen hun vaders voorgoed moesten missen, toen deze naar het front gestuurd werden.

Door deze ervaringen zie ik licht en zie ik hoop. En zo lang we hopen kunnen we dromen. En ik geloof dat wie droomt van echte vrede een kleiner ego zal krijgen en dan kunnen conflicten gemakkelijker opgelost worden.
 Laat er vrede op aarde komen en laat het bij mij beginnen.
 Laten we proberen vandaag hoop te zien in deze conferentie.



Dank U.

2. Keizer Hirohito voor, tijdens en na de oorlog ⎮ Lydia Chagoll, Brussel

Eerste periode 1901 – 1920 (De eerste 20 levensjaren)

Keizer Hirohito, geboren in 1901, is opgevoed zoals zijn grootvader en het Keizerlijk hof het beschikte. Weggehaald van de ouders heeft hij zijn prille kinderjaren moeten doorbrengen in het tehuis van de admiraal Graaf Kawamura Sumiyoshi en diens echtgenote. Geheel volgens de voorgeschreven strenge en conservatieve regels hebben deze opvoeders de opgelegde etiquette uitgevoerd.

Van jongs af aan is Keizer Hirohito voortdurend gewezen op zijn toekomstige rol als troonopvolger. Dit is hem zodanig aanhoudend voorgehouden dat hij als kleuter reeds bewust was van de uitzonderlijkheid van zijn positie. Hij liet het dan ook goed voelen aan de enkele met de loep uitgezochte vriendjes. En als schoolgaand kind op de eliteschool voorbehouden aan de hoogste adel, vond hij het vanzelfsprekend dat zijn medescholieren hem als toekomstige troonopvolger het volle respect toonde dat hem toekwam. Uitzonderingen liet hij niet toe. Ook niet toen hij later samen met 5 medeleerlingen van adel, enkele jaren een staats en militaire opleiding kreeg. Hij vond het normaal dat zij hem iedere dag al de eerbied toonden eigen aan zijn rang.

Volgens zijn leraren, eveneens met de loep uitgezocht, was hij een goede en vlijtige leerling waarop geen aanmerkingen gemaakt moesten worden. Dit op mentaal gebied terwijl hij op sportgebied – eerder zwak wegens zijn fysieke toestand – met wilskracht, met doorzettingsvermogen toch vele moeilijkheden heeft kunnen overwinnen.

Keizer Hirohito leefde als adolescent totaal afgezonderd in een wel zeer beperkte kring van adelen. Van het leven wist hij het hoogst noodzakelijke, dat is te zeggen zo goed als niets. En van zijn volk wist hij nog minder, maar hij kende grondig de geschiedenis van Japan, de geschiedenis van zijn voorouders, de geschiedenis van het Shintoi¨sme met al haar verplichtingen, en de geschiedenis van al de te volgen regels van het Keizerlijke Hof.

Vanaf zijn jeugd vereerde Keizer Hirohito zijn grootvader, Keizer Meiji, de vernieuwer van het Japanse Keizerrijk, die Japan in 1889 een constitutie gaf, maar deze was zo opgesteld dat ondanks de oprichting van een parlement de Keizer de uitvoerende macht in handen had. Dat betekende dat de Keizer alle rechten had en het volk alle plichten. Keizer Meiji heeft ook zeer precieze richtlijnen gegeven voor de nieuwe organisatie van de strijdmacht waarvan hij de opperbevelhebber was en de enige rechtmatige om te beslissen over oorlog en vrede, zoals hij eveneens over de te nemen richtlijnen besliste met betrekking tot de opvoeding van de Japanse scholieren. Strijdmacht en opvoeding van nu af geheel in overeenstemming met het confucianisme, dat is te zeggen het ontzag voor de hie¨rarchie, de lofzang van de autoriteit, de ethiek van de gehoorzaamheid, de eer van de plichtvervulling, de strikte observatie van de nauwkeurige omschreven respect-relaties tegenover ouders, werkgever, politieke clan en aan de top die van de onderdaan tegenover de Keizer. Respectering van relaties en volgzaamheid die iedere Japanner vanaf de prille jeugd zodanig werd aangeleerd, of beter, maar wat ruwer geformuleerd, zodanig werd ingepompt dat ze als vanzelfsprekend werden aanvaard.

Na het strenge beleid van Keizer Meiji, -ook streng beleid in het dagelijkse omgangsleven voor het volk- waren in Japan zo vanaf 1913, -1 jaar na Meijis overlijden- zowel de jonge intellectuelen als de welgestelde burgers enthousiast over de meer democratische levenswijze zoals het recht voor zichzelf te denken en de mens te mogen erkennen als individu. Eindelijk op elk gebied meer vrijheid waarvan men met volle teugen genoot. Helaas het was een periode van korte duur.

Het begrip van democratie werd naar het schijnt ook zeer gewaardeerd door Keizer Hirohito, maar een waardering pas na de oorlog bekend gemaakt, en dan met veel nadruk beschreven. Na de oorlog dus, niet eerder. Democratie die de troonopvolger ontdekt zou hebben tijdens zijn lange reis doorheen Europa op negentienjarige leeftijd.

Tweede periode 1921 – 1926 (Een periode van 6 belangrijke jaren)

De opvolger van Keizer Meiji was zijn zoon, eerder wat labiel door een slecht verpleegde hersenvliesontsteking als kind. In 1921 wordt die zoon, de Keizer Taisho^, mentaal ongeschikt geacht verder te regeren. Keizer Hirohito, de toenmalige kroonprins, 20 jaar oud, wordt Regent benoemd. Regent die de leider wordt van de aristocratie. Regent die ervoor zorgt dat zijn familieleden en de hoge adel de belangrijkste plaatsen in het land innemen. Regent die de leden van de Senaat moet benoemen. Regent die het volle recht heeft persoonlijk over de verplaatsing van de troepen te beslissen. Dit laatste houdt in dat de hooggeplaatste militairen die een leidende rol hebben, wel degelijk met Hirohito rekening moeten houden. Kortom een regentbeleid waarin de extreme vorm van nationalisme en het daarmee verbonden racisme hoogtij kunnen vieren. Hirohito’s doorgedreven staats en militaire opleiding hebben een bloeiende bodem gevonden.

Een voorbeeld: De Regent maakt in 1923 een van de ergste aardbevingen mee die midden op de dag Tokio in vuur en vlam zet. De meeste huizen zijn van hout en wegens het moment van de aardbeving staan de open keukenvuurtjes binnenshuis te gloeien voor het middagmaal. Het aantal slachtoffers bedraagt meer dan 130.000. Deze natuurramp wordt misbruikt om talrijke linkse Japanners en meer dan 4000 Koreanen koelbloedig te vermoorden, omdat zij schuldig worden bevonden aan deze ramp. Het geeft een idee van het nieuwe politieke klimaat, o.a. de xenofobie, en het gevaar van een gedachteloze en gehoorzame massa.

Een ander voorbeeld: In 1925 tekent de Regent de wet tegen de “gevaarlijk denkenden”. In feite betekent het dat de vrije meningsuiting de mond wordt gesnoerd en men verplicht is alleen de Keizerlijke weg te volgen. Maar ook voor le`se majeste´ gaan de gevangenispoorten wijd open aangezien er geen e´e´n verkeerd woord of gedachte op het beleid van de Regent, en later van de Keizer mag worden geuit. Het was kiezen tussen de totale gehoorzaamheid en het in de pas lopen, of repressie. En wie voor die soorten van “delict” in de gevangenis terecht is gekomen, is niet de 15de augustus 1945 bevrijd maar pas enkele maanden later. Niet eerder bevrijd omdat men het politiek verweer van die gevangenen minachtte. De plicht van de Japanner was nu eenmaal zich aan de sociale normen te houden en onvoorwaardelijk de richtlijnen van de Keizer te eerbiedigen.

Derde periode 1926 – 1931 (Beginperiode van Hirohito’s keizerschap)

Eind van het jaar 1926, na de dood van zijn vader Keizer Taisho^, wordt de jonge Regent, na 5 jaren regeringservaring, tot Keizer van Japan gekroond. Keizer Hirohito luidt zijn Keizerlijk tijdperk in onder de naam van Sho^wa, in het Nederlands te vertalen als het tijdperk van de Stralende Zon, of de Schitterende Harmonie, of de Lichtende Vrede. Zon, harmonie, vrede voor wie? Vijf jaar later reeds begint onder Keizer Hirohito de Japanse expansie-oorlog. Ook richting China en omgeving zoals destijds zijn door hem aanbeden grootvader Keizer Meiji Korea had geannexeerd, en het schiereiland Liaodong in China en het eiland Formosa (het huidige Taiwan) had veroverd.

Het incident in 1931 in Mantsjoerije is het begin van de veertienjarige oorlog die Japan in naam van de Keizer gaat voeren. Om zowel de evolutie naar een totalitair militair regime als de escalatie van de Japanse oorlogszucht beter te kunnen begrijpen is het noodzakelijk de rol die Keizer Hirohito inneemt in zijn land, dieper te doorgronden.

Door de Meiji-constitutie heeft de Keizer, die heilig en onschendbaar is, grote seculaire macht. Maar hij is volgens het Shintoi¨sme -sinds Keizer Meiji een staatsreligie- ook een God in levende lijve, aangezien de Keizer doorheen zijn Keizerlijke voorvaders een directe afstammeling is van de godin, de Zonnekoningin Amaterasu. Deze goddelijke afstamming maakt dat alleen de Keizer door zijn rang en stand, bij machte is met de goden en de Keizerlijke voorouders te communiceren. De Keizer is eveneens de opperste waardigheids-bekleder, de hoogste priester van het Shintoi¨sme. Het Shintoi¨sme dat het volk leert dat het land van de Rijzende zon door de goden aan het Japanse volk is geschonken en daardoor een uitverkoren volk is. Japan is door de Meiji-constitutie zowel een theocratie als een autocratie en onder Keizer Hirohito -een sacraal en een wereldlijk personage- viert de triade Troon, Land, Volk hoogtij. Er ontstaat een religieus patriottisme door toedoen van de militaire kliek maar, het kan niet anders, ook een religieus patriottisme met medeweten van de Keizer. Citaten:

Betreffende de troon – Als we trouw onze Keizer als een levende God dienen en ons land en volk verdedigen, dienen wij het mensdom.
Betreffende het land – De Japanse natie is voorbestemd de revolutie in de wereld te volbrengen.
Betreffende het volk – Zij die in Japan geboren zijn, zijn uit God geboren. Wij zijn het grootste volk van de wereld.

Volgens hooggeplaatste personaliteiten wenste de Keizer over het land te heersen, toonde hij zich competent, handelde vaak op eigen gezag en had nogal een autoritaire wijze van optreden. Na de oorlog wordt officieel beweerd dat de Keizer niet erg voor de oorlog te vinden was. Het lag nochtans volgens de constitutie in zijn macht over vrede en oorlog te beslissen. Die naoorlogse bewering tegen de oorlog te zijn geweest, berustte dat niet eerder op Keizer Hirohito’s angst de oorlog te verliezen?

Sinds Keizer Meiji was voor de monarch ook de oude religieuze term Tenno Heika weer in gebruik. Tenno Heika vertaald in het Nederlands betekent Hemelse Vorst, en Keizer Hirohito staat erop dat die term nu algemeen gebruikt wordt. Hij aanvaardt ook dat die benaming in alle toonaarden met lof wordt bezongen. Citaat:

Dit Goddelijk woord van Tenno Heika, brengt ontroering teweeg in de van eerbied vervulde gemoederen van het Japanse volk. Dat volk stort tranen van blijdschap, het eerbiedigt de Goddelijke wil van Tenno Heika en het is opgestaan voor de Heilige Oorlog.

Vierde periode 1932 – 1941 (De eerste 10 jaren van oorlogszucht)

Het Japanse imperialisme wordt voorgesteld als een kruistocht. De ontketende “Heilige” oorlog is er e´e´n en voor meer levensruimte en om over de nodige grondstoffen te beschikken voor een waardige industrie¨le en economische vooruitgang die met het buitenland kan concurreren.

Een van de belangrijkste stappen om die “Heilige” oorlog onverstoord voort te kunnen zetten, is zich als land terug te trekken uit de“Volkenbond”. In 1933 is het zover. Deze terugtrekking uit het Volkenbond kon, volgens het statuut van de monarch, onmogelijk verwezenlijkt worden zonder het medeweten en met het akkoord van Keizer Hirohito.

En vanaf 1936 verschijnt Keizer Hirohito in het openbaar nog uitsluitend in militair uniform. Gedurende zijn eerste acht oorlogsjaren wordt het Japanse volk ingelicht over de doelwitten en de behaalde overwinningen van de Japanse Keizerlijke strijdmachten. Via pers en radio worden de Japanners overdonderd met verbaal geweld. Citaat:

Eenmaal in het bezit van al de Chinese rijkdommen, zullen we verder gaan met het veroveren van India, de Archipel, de eilanden van de Zuidzee, Klein-Azie¨ en Centraal-Azie¨. De Goddelijke Keizerlijke missie is Azie¨ voor de Aziaten onder Japans leiderschap.
Over het onbegrensd barbaarse optreden van de troepen wordt geen woord gerept. De manschappen krijgen trouwens zwijgplicht. Geen woord over de wrede gebeurtenissen noch in hun brieven noch als zij op verlof zijn. Geen woord dus over de slachtpartij in Nanking, het bloedbad waarin meer dan 250000 soldaten en burgers -grijsaards, zwangere vrouwen en kinderen inbegrepen- worden vermoord, duizenden gemarteld, aan de bajonet geregen of levend begraven. Geen woord ook over de genadeloze moordpartijen op de Chinese bevolking in Shanghai, een veroveringsstrijd geleverd door 200000 Japanse manschappen en die 3 maanden heeft geduurd. Na 1952, als de Amerikaanse bezettingstroepen Japan verlaten, wordt in de Japanse schoolboeken het volgende citaat over Nanking vermeld:
Wegens de hevige weerstand van het Chinese leger dat de Japanners zware verliezen berokkende, hebben de Japanse troepen in Nanking vele Chinese soldaten en burgers gedood.

Zo een opmerking lijkt veel op het algemeen Japanse excuus over de vele gemaakte slachtoffers tijdens de 14 jarige oorlog. Ik citeer:

Het is de vijand die zich op onze wapens te pletter liep.

En Keizer Hirohito in dit alles? De Keizer heeft het bevel getekend de troepen naar China te sturen. De Keizer heeft Prins Asaka als commandant van de aanval op Nanking en Generaal Matsui als Opperbevelhebber van de Keizerlijke troepen in China benoemd. Het is de Keizer die nadien beide persoonlijk ontvangt om hen te bedanken voor hun overwinningen. Een eerbetoon van een Keizer die zich altijd plichtsmatig van alle gebeurtenissen grondig op de hoogte liet houden, inbegrepen al de artikelen uit de buitenlandse pers over de Japanse invasie in China. Mijn conclusie: Keizer Hirohito moet wel degelijk van de juiste toestanden kennis hebben gehad.

In de herfst van 1937 wordt in Brussel de “Conferentie van de 9 Mogenheden” gehouden in verband met de Japanse oorlogsinvasie. Aan de orde van de dag de gepleegde vernietigingen en afslachtingen. Men vond dat Japan te ver ging en vooral geen rekening hield met de oorlogsconventies. Japan hield zich doof, gaf geen aandacht aan de gemaakte observaties. De Japanse Keizerlijke strijdmachten zijn in China en Mandchoerije en de nog te veroveren landen doorgegaan met een niets ontziende oorlogsvoering en bezettingspolitiek. Keizer Hirohito die tussen had kunnen komen, heeft dat nagelaten. De Keizer heeft evenmin de Kempetai en diens sadistische methodes verworpen, veroordeeld of afgekeurd. Integendeel hij heeft toegestaan dat Generaal Tojo^, die in China het hoofd van de Kempetai was, later tot Minister van oorlog werd benoemd en nadien tot 1ste Minister.Was het als beloning? Generaal Tojo^ heeft het zo wel aangevoeld. Aan de Hogere Kamer verklaarde hij:

De man die Tojo^ heet is niet anders dan een modeste onderdaan. Ik ben niets meer dan u. Het enige verschil is dat men mij de verantwoordelijkheid van de regering heeft gegeven. Indien ik mij onderscheid van anderen is het alleen dat ik deze huidige functie bekleed omdat ik het vertrouwen geniet van Zijne Majesteit.

In I936 tekent Japan het “Anti-Kominternpact Japan-Duitsland”, vier jaar later in 1940 het “Akkoord Vichy-Japan” om in Indo-China de Keizerlijke Japanse troepen toe te laten. In het zelfde jaar wordt het “Pact Duitsland-Italie¨-Japan” getekend. Pacten die bevestigen achter een “Nieuwe Orde” te staan, die het anti-communisme bevestigen, en wat Japan en Duitsland specifiek nastreven namelijk de zuiverheid en het unieke van het Japanse ras, de zuiverheid en het unieke van het Duitse ras. Maar ook door in zee te gaan met de Duitse nazi’s, met de Italiaanse fascisten stelt uiteindelijk Keizer Hirohito zich op het dictatoriale niveau van de Fu¨hrer Adolf Hitler en van de Duce Mussolini. Immers al deze Japanse ondertekeningen zijn onmogelijk zonder de instemming van Keizer Hirohito. In Japan worden die pacten gevierd met het onvermijdelijke gezwaai van hakenkruisvlaggen samen met Japanse vlaggen door een gemobiliseerde volksmassa..

Vijfde periode 1941 – 1945 (De deelname aan de Twede Wereldoorlog)

Keizer Hirohito laat toe dat in december 1941 de haven van Pearl Harbor met de zo goed als volledige Amerikaanse vloot, totaal plat wordt gebombardeerd. Een oorlogsaanval zonder oorlogsverklaring! De Keizer laat eveneens de uitbreiding van aanvallen toe om Zuidoost-Azie¨ te veroveren. Die veroveringen gaan vooraf met hevige bombardementen en eenmaal ter plekke met onnodige kolossale slachtpartijen. Het vele overwinningsgeroep van banzai is het vervolg van het gezongen lied Umi Yukaba. Ik citeer:

Of wij strijden op zee of in de bergen
Of wij moeten verdrinken of worden begraven
Aan de voeten van Zijne Majesteit de Keizer
Leggen wij ons lichaam en onze ziel

De militaire propaganda zorgt voor de nodige oneliners om de soldaten aan te moedigen en gebruiken daarvoor de naam van de Tenno waarmee Keizer Hirohito het eens moet zijn,indien niet zou de Keizer zeker zijn tussengekomen voor een verbod. Ik citeer:

De Keizer heeft het volk naar de oorlog geleid en mijn plicht is te gehoorzamen. De missie van Japan is de Keizerlijke overheersing te verspreiden en te verheerlijken tot in de uithoeken liggend aan de 4 zeee¨n

Japan wilde het oosten bevrijden van de westerse kolonisatie. Maar het westerse imperialisme werd vervangen door een Japans imperialisme in het kwadraat. Ieder veroverd gebied wordt een Japanse nederzetting. De inheemse bevolking werd beschouwd als lijfeigenen en en masse gebruikt, misbruikt. Ze worden met duizenden verplaatst om de arbeid te vervullen ter vervanging van de Japanners die opgeroepen waren voor de legerdienst. Kortom een totaal verknechten en ook in beslagname van de volledige economie. De grondstoffen, landbouw, industrie van de veroverde gebieden komen alleen ten goede van Japan. Keizer Hirohito moet dit alles geweten hebben, zoals hij ook wist wat men in feite bedoelde met het begrip Dai-Nippon, met het begrip Sfeer van Gemeenschappelijke welvaart in Groot-Oost-Azie¨. Zoals de Birmaanse vrijheidstrijder Ba Maw het Japanse beleid verwoordde:

Voor hen was er maar e´e´n methode(…) de Japanse methode. Slechts e´e´n doel en e´e´n belang: het Japanse belang (…). De raciale discriminatie maakte elke oprechte verstandhouding tussen de Japanse militairen en de bevolkingen van onze regionen virtueel onmogelijk.

De inheemse bevolking werd enerzijds door affiches, pers en radio ingelicht over de Japanse“goede” bedoelingen en over de buitengewone eer ten dienste te mogen staan van de Keizer en van Japan. Ik citeer:

Het Nipponse volk is vast overtuigd van zijn verantwoordelijkheid voor de wereldvrede. Daardoor weet het dat Nippon de leider van de hele wereld is, zo zeker als de zon aan de hemel. Er is niemand die zich kan meten met de zon. Weerstreeft men haar, dan ondergaat men hetzelfde lot als de sneeuw die smelt wanneer ze door de zon beschenen wordt. Zoals er geen dubbele zon aan de hemel staat, zo is er ook op aarde maar e´e´n Tenno.

De inheemse bevolkingen worden anderzijds ook bedreigd. Bij voorbeeld in Java verschijnt in een speciaal nummer van het Japans Staatsblad het volgende:

Van uw trouw aan het Keizerlijk leger hangt af hoe u in de toekomst behandeld zult worden. Vergeet intussen niet dat zij die de bevelen niet opvolgen, zwaar gestraft zullen worden. Zij zullen in een poel van ellende worden geworpen, waaruit zij niet meer kunnen opstaan.

0p het thuisfront krijgt de Japanse bevolking ter aanmoediging om zich dag en nacht paraat in te zetten voor de oorlogsvoering, het volgende te horen over Keizer Hirohito, en de Keizer laat dat proza toe:

Tenno Heika neemt het volk in zijn bescherming en het volk is Tenno Heika trouw tot in de dood. Tenno Heika beschouwt het volk als zijn kind en het volk ziet in hem een vader. Van oudsher is het voor het volk een eer om voor Tenno Heika te sterven, het gewicht van hun leven ten dienste van Tenno Heika is lichter dan een veerje.

Keizer Hirohito, een Keizer/priester, een priester/Keizer, heeft persoonlijk zijn zegel gezet voor de oprichting van de “Keizerlijk Eenheid 731”even buiten Harbin in Mantsjoerije. “Eenheid” die, onder de schuilnaam van “Epidemie-preventie en drinkwatervoorziening,” krijgsgevangenen en burgergevangenen als menselijke proefkonijnen gebruikt. Keizer Hirohito is nu niet bepaald een persoon die blindelings tekende. De Keizer moet wel op de hoogte zijn geweest over de ondernomen proeven die gelijkwaardig waren aan de “experimentele medische proeven” uitgevoerd in de Duitse concentratiekampen. Een “Keizerlijke Eenheid”die ook met biologische en chemische proeven de Chinese bevolking teisterden.

Ik loop nu even vooruit en verwijs naar een naoorlogse gebeutenis. Het is toch wel interessant te weten dat het “Internationaal Militair Tribunaal” gehouden in Tokio, het hoofd van deze “Keizerlijke Eenheid 731”, Luitenenat-Generaal Ishii Shiro, geen proces heeft aangedaan. De Amerikaanse strijdmachten konden Ishii’s nota’s en rapporten goed gebruiken voor eventuele toekomstige oorlogen. En inderdaad de Vietnamese bevolking heeft de chemische oorlog aan den lijve ondervonden. De Japanse bevolking heeft het bestaan van de “Keizerlijke Eenheid 731” pas 37 jaren na de oorlog vernomen. Niet eerder. Er bestaat nu eenmaal in Japan een amnesie over hun 14 jarige expansieoorlog. Is dat zo om Keizer Hirohito’s oorlogsverleden niet bespreekbaar te moeten maken? Die vraag heb ik mij vaak gesteld. Zoals eveneens de vraag: Wie is oorlogsmisdadiger? Degene die doodt? Degene die het bevel tot doden geeft? Degene in wiens naam er gedood wordt. Wie is oorlogsmisdadiger?

Het is niet aan mij te beoordelen of te veroordelen. Wel wens ik dat een Internationaal Gerechtshof postuum de ware toedracht belicht en de waarheid achterhaalt betreffende de oorlog gevoerd onder Keizer Hirohito. De huidige amnesie is onaanvaardbaar. En is ook geen voorbeeld voor de jeugd.

Uit mijn boek “Hirohito, Keizer van Japan. Een vergeten oorlogsmisdadiger? -met nadruk op het vraagteken- haal ik het volgende aan: “Enkele jaren na de oorlog, toen de ontstellende gevolgen van de atoombom werkelijk tot iedereen waren doorgedrongen, hebben u (Keizer Hirohito) en uw volk alles in het werk gesteld om de wereld wijs te maken dat de Japanners de enige en ware slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog waren. Uw oorlog van 1931 tot 1945 wordt in het land van de “Rijzende Zon” en door uw diplomaten in het buitenland, herleid tot 4 data:

6 augustus 1945 atoombom op Hiroshima
9 augustus 1945 atoombom op Nagasaki
2 september 1945 militaire bezetting van Japan door de geallieerden
28 april 1952 het San Fransico-verdrag wordt van kracht. De bezetting neemt een einde.”

En nu is officieel ieder jaar de 15de augustus – de dag van de Japanse capitulatie – een rouwdag geworden. Waardigheidsbekleders treffen zich de 15de augustus aan de Yasukuni-tempel waar niet alleen de namen van gevallen soldaten te lezen zijn, maar ook de namen van de ter dood veroordeelden voor oorlogsmisdaden en voor misdaden tegen de menselijkheid tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het zijn voornamelijk deze veroordeelden aan wie eer wordt betoond door de waardigheidsbekleders. Een eerbetoon dat zowel de autochtonen van de bezette en geannexeerde landen als de overlevende kampslachtoffers, zelfs na zoveel jaren, nauwelijks kunnen verwerken, des te meer dat zij dit eerbetoon als een tweede doodsmessteek beschouwen voor hun gedode vaders, moeders, echtgenoten, kinderen, broers en zusters. Allen dood of door de Kempetai, of dood door uitputting en hongersnood of door massa-executies. Dood veroorzaakt door het barbaarse beleid van het Keizerlijk leger dat in naam van Keizer Hirohito de oorlog voerde. Indien de overlevenden slachtoffers begrijpen dat men de Japanse gedode soldaten eert, al zijn ze voor de verkeerde ideologie gevallen, dan behoren al de ter dood veroordeelden alleen aan de dichtstbijzijnde familie en mogen absoluut geen plaats hebben in een openbare eerbegraafplaats. De Yasukuni-tempel, en dat stuit de slachtoffers ook tegen de borst, is sinds jaren het Mekka geworden van de ultra nationalisten, van de aanhangers van het militair bewind onder Keizer Hirohito. Het zijn antidemocraten die zonder schroom beweren dat de doodsvonnissen een justitie was van overwinnaars, die geen spijt, schaamte, of berouw kennen, en die de begane misdaden niet willen erkennen. Keizer Hirohito heeft over het eerbetoon op 15 augustus nooit zijn misnoegen uitgedrukt.

Maar terug naar de periode 1931 – 1945. Sinds Juni 1942, met het gevecht om Midway, is Japan niet meer in de aanval maar in het defensief. Er vallen bij beide tegenoverstaande strijdmachten doden, maar in het bijzonder vele aan Japanse zijde. En de strijd in de Filippijnen en in Okinawa in 1945 zijn ongenadig heftig en wreed. In Okinawa heeft de strijd 3 maanden geduurd. Het is de Okinawaanse bevolking die de grootste tol betaalde. Keizer Hirohito die de macht heeft om vrede te sluiten, treedt niet op. Onder de uitgekozene personaliteiten die hem omringen zijn er enkele die de moed hebben hun wens voorzichtig te verwoorden om de oorlog misschien toch te bee¨indigen. Echter in Keizer Hirohito’s naam, de Hemelse vorst, wordt via pers en radio elke Japanner dringend verzocht iedere vierkante meter grond, tot sterven toe te verdedigen.

Eind juli 1945 wordt aan Japan en aan de wereldpers de “Verklaring van Postdam” meegedeeld met de 13 punten voor de overgave. In het laatste punt wordt Japan gewaarschuwd dat het zich aan een vlugge en totale vernietiging kan verwachten indien het niet zal ingaan op de “Verklaring”. De “Verklaring van Postdam” wordt in Japan met minachting ontvangen. Zowel de regering als de pers reageren met de term mokusatsu. Mokusatsu betekent: geen aandacht geven, ignoreren. Er wordt zelfs geen antwoord verstuurd op de “Verklaring.” De Keizer reageert niet, de Keizer is dus akkoord met de negatie van de “Verklaring.”.

De 6de augustus droppen de Amerikanen de alles vernietigende atoombom op Hiroshima. Japan geeft zich niet over. Op de invasie van het Sovjetleger in Mantsjoerije twee dagen later, reageert Japan evenmin, dus ook niet Keizer Hirohito. Drie dagen na de eertse atoombom droppen de Amerikanen weer een alles vernietigend bom ditmaal op Nagasaki. Maar Japan blijft de “Verklaring van Postdam” negeren. 0ndertussen worden de Japanners wel aangespoord, en zoals gewoonlijk in Keizer Hirohito’s naam, lijf aan lijfgevecht met de vijand aan te gaan om in ere, zonder gezichtsverlies te capituleren. Van hogerhand is men overtuigd dat dit soldateske gedrag, deze uiterste dapperheid, een overgave met voorwaardenbij de geallieerden kan afdingen.

De 10de augustus stelt Japan dan toch 4 condities voor:

de monarchie behouden
geen militaire bezetting van Japan
zelf de ontwapening en demobilisatie regelen, zowel in eigen land als in de bezette gebieden.
de oorlogsmisdaden uitsluitend laten berechten door Japanse tribunalen.

Voor de Japanse mentaliteit zijn deze 4 condities van even groot belang.

De Keizer moet zijn prerogatieven behouden, het Japanse volk wenst dit en is eraan gewend.
Japan is in heel haar geschiedenis nooit bezet geweest, de bezetting is een onaanvaardbaar gezichtsverlies.
Wapens inleveren aan de overwinnaars is een onherstelbare vernedering.
Als monarch heeft Keizer Hirohito, volgens de Constitutie, geen verantwoording af te leggen. De monarch staat boven het gerecht. Het is de enige mogelijkheid de Keizer voor een proces te vrijwaren.

De geallieerden gaan op geen van de 4 condities in. Nochtans weten de Japanse en de geallieerden strijdmachten dat de gevechten zeker nog een half jaar zullen duren, met aan beide kanten zeer grote verliezen. Men spreekt van e´en miljoen doden aan elke kant. Overdreven propagandacijfers, maar de helft, een half miljoen doden aan beide kanten, is meer dan waarschijnlijk.

De 14de augustus neemt Keizer Hirohito persoonlijk een beslissing. De Keizer laat weten de capitulatie zonder voorwaarden te aanvaarden. De 15de wenst Keizer Hirohito zelf het volk via de radio hierover in te lichten.

Japan was platgebombardeerd, Tokio voor 80%, Hiroshima en Nagasaki voor 100%. Al de overige steden waren voor 70% verwoest. Japan beschikte ook niet meer over boten om voedsel van de bezette gebieden te transporteren. Er heerste een algemene doodsbedreigende hongersnood. En er waren al veel te veel doden gevallen op de slachtvelden en in de gebombeerde steden. Maar ook de berichten over die alles vernietigende atoombommen waren alarmerend. Zou zo een dergelijke bom op de Keizerlijke stad Tokio kunnen vallen? Men zou kunnen besluiten dat Keizer Hirohito met zijn aanvaarding van de capitulatie, hoewel tegen het advies in van de meeste hooggeplaatste militairen, als de redder van Japan wenste te fungeren.

De 15de augustus wordt de grammofoonplaat met Keizer Hirohito’s toespraak uitgezonden. Het is de allereerste keer dat het Japanse volk de stem van hun Keizer hoort. Voor zijn toespraak gebruikt Keizer Hirohito de oude Japanse hoftaal waardoor een radioberichtgever de toespraak moest toelichten in modern Japans. Honderden Japanners plegen die dag zelfmoord uit schuldgevoelens zich niet volwaardig te hebben ingezet en Keizer Hirohito het leed hebben aangedaan te moeten capituleren.

In de lange toespraak die volledig in mijn boek is afgedrukt, houdt de Keizer tot tweemaal toe geen rekening met de waarheid. De Keizer zegt, ik haal aan: Verre van ons was de gedachte op de e´e´n of andere wijze inbreuk te maken op het staatsgezag van andere landen of een territoriale uitbreiding te overwegen. De tweede onjuistheid: De vijandelijkheden duren 4 jaren (enz…). O ja? Om al die landen te veroveren en te behouden heeft de oorlog niet 14 jaren lang gewoed?

De 2de september 1945 wordt Japan pas bezet, 19 volle dagen na de capitulatie! Voldoende tijd om heel wat belangrijke documenten te verbranden. En op Java zijn in verschillende kampen het einde van de oorlog door de Japanse commandanten vaak veel later dan de 15de augustus meegedeeld. Wel hebben al de Japanse kampcommandanten in de bezette gebieden de 20ste augustus een telegram ontvangen uitgaande van het “Ministerie van Oorlog” in Tokio met de volgende woorden:

Documenten die, indien ze in het bezit van de vijand komen, ongunstig voor ons blijken, moeten op dezelfde wijze behandeld worden als geheime documenten en na inzage vernietigdworden.Personeel dat krijgsgevangenen of gei¨nterneerden mishandeld heeft of dat door hen in een zeer slecht daglicht kan worden gesteld, heeft toestemming voorzorgs-maatregelen te treffen door onmiddellijke overplaatsing of door te vluchten zonder spoor na te laten.

Keizer Hirohito moet geweten hebben dat er kampen bestonden voor krijgsgevangenen en burgers. Keizer Hirohito moet eveneens geweten hebben dat al die krijgsgevangenen en burgers in de kampen als “niet-Japanners”, als barbaren, in het Japans gaijin, dus als onwaardige mensen werden beschouwd en als zodanig ook werden behandeld door zijn Keizerlijke strijdmachten. Waarom heeft Keizer Hirohito dit alles over het hoofd gezien? Onverschilligheid? Niets is gevaarlijker dan de onverschillige mens.

Zesde periode 1945 – 1989 (De lange naoorlogse periode tot de dood van Keizer Hirohito)

In tegenstelling met Duistland wordt de bezetting van Japan niet door de verschillende geallieerden machten uitgevoerd maar uitsluitend door het Amerikaanse leger. Een zeer bewuste afgedongen keuze van de President van de Verenigde Staten. Deze President heeft ook zeer bewust Generaal MacArthur als Opperbevelhebber van de Amerikaanse bezettingsmacht benoemd. En dit samen is de redding geweest van zowel Keizer Hirohito persoonlijk als van het behoud van het Keizersschap.

Australie¨, Nieuw-Zeeland, China, de Sovjetunie, Engeland, Frankrijk waren fel tegen het Amerikaanse besluit om Keizer Hirohito te vrijwaren van een proces. Uit Australie¨ vertrekt o.a. het telegram waarvan de tekst luidt:

Wij dringen aan dat de Keizer als staatshoofd en opperbevelhebber van de strijdmachten, verantwoordelijk wordt gehouden voor de daden van agressie en de Japanse oorlogsmisdaden. Dientengevolge eisen wij zijn afzetting.

Een volgend telegram ter verduidelijking zegt:

De Keizer mag niet de gunst van immuniteit genieten.

De Amerikanen leggen al de verzoekingen van de geallieerden voor berechting van Keizer Hirohito terzijde. Zij hebben andere plannen:
Japan behoeden van de chaos en het anarchisme waar het regelrecht in verdwaalde. Het volk was onrustig en verloren, het was gewend de orders in naam van de Keizer te volgen. Om uitspattingen te voorkomen, moet de Keizer aanblijven.
Japan mag niet in communistische of socialistische handen vallen om daar tegen in te kunnen gaan, moet de Keizer aanblijven.
Japan moet zo vlug mogelijk van de verontrustende armoede gered worden en alleen Amerika kan investeren om de economie en de vrije handel weer op gang te brengen. En alleen in een land waar orde heerst wordt gei¨nvesteerd dus moet de Keizer aanblijven.
En voor het tevreden stellen van de adelen, van de bazen en de aandeelhouders van mega industriee¨n, van de ultra patriotten, van de extreem nationalisten en van een tamelijk groot deel van het Japanse volk, die allen het Keizerlijk beleid wensten te behouden moet de Keizer aanblijven.
En last but not least de “USA forces” vindt dat zij het alleenrecht hebben over een immense grondbasis te bezitten in Okinawa om beter de gebeurtenissen in Azie¨ te kunnen volgen en indien nodig van daaruit tussen te komen, denkt u maar aan Vietnam, aan Korea. Al die Amerikaanse plannen zijn de e´e´n na de anderen verwezenlijkt. En de Keizer? Keizer Hirohito vraagt niets beter.

De Keizer vermoedde wel dat hij niet aan een proces kon ontsnappen. Hij, die akkoord was dat hij voor de Japanse oorlogsdoctrine centraal was gesteld, die de personencultus als normaal had aanvaard, die toegelaten had dat het volk de absolute macht van het Keizerschap erkende, die toegelaten had dat de oorlog in zijn naam werd gevoerd, die het normaal vond dat men het als een gunst beschouwden voor hem en in zijn naam te mogen sterven, die niet alleen miljoenen doden in de bezette gebieden maar ook miljoenen Japanse doden op zijn geweten had. Het is dankzij Generaal MacArthur die hem van zo’n schande gespaard heeft. De Generaal met zijn aversie tegen alles wat links was, of progressief leek. De Generaal die met typische Amerikaanse bewondering opkeek naar een ononderbroken 2650 jarig Keizerrijk. De Generaal die aan de Amerikaanse machtspositie dacht. De Generaal die de Amerikaanse economie wenste te bevorderen. De Generaal die tussen is gekomen om zijn Japanse collega, Generaal Tojo^, die terecht stond voor oorlogsmisdaden, te doen begrijpen dat er geen kwaad woord over de Keizer gezegd mocht worden tijdens het proces. Het is ontegenzeglijk Generaal MacArthur die Keizer Hirohito van een terechtstelling heeft gered. In dankbaarheid heeft Keizer Hiroto volledig en volgzaam gecollaboreerd. Keizer Hirohito heeft het Japanse volk geleid in de vereiste richting die de Amerikanen wenste. Ee´n keer maar heeft de Keizer tegengesputterd naar aanleiding van de nieuwe Constitutie. De Keizer vond dat men aan de Meiji-Constitutie geen jota mocht veranderen. De Keizer, heer en meester, was ineens al zijn prerogatieven kwijt. De Keizer werd herleid tot een symbolische monarch, in een land waar bovendien staat en godsdienst werden gescheiden.

De tweede keer dat het Japanse volk Keizer Hirohito’s stem hoort, heeft plaats op 1 januari 1946. De Keizer laat weten dat hij afziet van zijn Goddelijke status, dat hij een mens is zoals ieder ander. Deze ontnuchterende mededeling komt op verzoek van Generaal MacArthur. Noem het oneerbiedig maar ik concludeer: eerst God aan, dan in een omzwaai God af, bedroog de Keizer dan zichzelf, bedroog hij zijn volk? En vooral had ik willen weten wanneer is Keizer Hirohito tot die vaststelling van ordinaire menselijkheid gekomen? Reeds voor 1945 of pas na 1945?

De Amerikaanse invloed om Keizer Hirohito bij zijn volk en in het buitenland wit te wassen weet van geen ophouden. De zo machtige Keizer/priester en priester/Keizer wordt voorgesteld als een speelbal in de handen van de militaire clan, en tegen eigen wil in, door hen misbruikt. Het is dan ook onnodig de Keizer ter verantwoording te roepen. Gei¨nspireerd door de Amerikaanse bezetting krijgt het Japanse volk lectuur in overvloed over die machteloosheid van de Keizer tijdens de oorlog. De Keizer was verkeerdelijk ingelicht door de militairen, de Keizer is dus onschuldig. Het volk was niet ingelicht door de militairen dus het volk is ook onschuldig. En de atoomwapens zijn van dien aard dat men er zich niet kon tegen verzetten dus de Keizer is niet laf en het volk evenmin. Kortom die 14 jarige oorlog, al het leed, de miljoenen doden, het is alles de schuld van de militairen. Keizer Hirohito wou alleen maar vrede op aarde.

De Amerikaanse propaganda over Keizer Hirhito’s onmacht lukt. Zijn imago wordt dat van een fre^le en vriendelijk persoon, met een nai¨ef kinderlijke kijk op de dingen. De personificatie van de goedheid. Een oprechte democraat, met een hobby! Een democratische Keizer die zich intens bezighoudt, op “wetenschappelijke niveau”, met de zeebiologie. Al vanaf 1949 verschijnt het 1ste werk over zeeplanten en kleine zeedieren, persoonlijk door de Keizer geschreven. Er verschijnen doorheen de jaren nog 9 werken van de Keizer over zijn geliefd onderwerp. De foto’s van de Keizer en zijn verschijningen in de filmjournalen na de oorlog zijn in totaal contrast met die van de Keizer genomen tijdens de oorlog. Als ik dat materiaal met mijn ogen van filmregisseur bekijk, moet ik zeggen dat Keizer Hirohito zich, bijna als een beroepsacteur, aangepast heeft aan zijn nieuw naoorlogs statuut. De Keizer lijkt zo vredelievend. En de Keizer en zijn echtgenoten ontvangen nu leden van Koningshuizen, en gaan zelfs op staatsbezoek alsof het verleden onbestaande is. Overal ter wereld heerst betreffende Keizer Hirohito’s persoon, een totale amnesie.

Onmiddellijk na de oorlog heeft de Keizer via derden laten weten dat hij nooit zijn memoires zal schrijven en over de oorlog nooit zal spreken. De Keizer heeft woord gehouden. Keizer Hirohito heeft ook nooit tijdens zijn staatsbezoeken, een formule over de lippen gekregen van spijtbetuiging voor het aangedane leed tijdens de oorlog. Zijn “statement” was zwijgen en heeft dat volgehouden tot aan zijn dood in 1989. Wel heeft Keizer Hirohito een jaar voor zijn dood gezegd:

Mijn hart wordt nog altijd gepijnigd door de herinnering aan de I.8 miljoen mensen die in mijn naam zijn gedood.
Weer eens een onwaarheid. Niet alleen dat de Keizer zich uitsluitend bij Japanse slachtoffers heeft gehouden, maar het Japanse dodencijfer tijdens de 14 jarige oorlog ligt zoals ieder geschiedschrijver weet, dubbel zo hoog.
Om te besluiten: Ik ken geen haat, ik wens geen wraak. Ik heb het reeds gezegd, wat ik wens is een postuum internationaal grondig proces over Keizer Hirohito’s expantie-oorlog die in zijn naam is gevoerd. Met de laatst verschenen geschiedenisboeken over Keizer Hirohito, o.a. in Amerika en Frankrijk, sta ik niet meer alleen met vraagtekens over het precieze oorlogsbeleid van Keizer Hirohito. En wat de Japanners betreft, in mijn balletgezelschap jaren geleden, heb ik een Japanse danser aangeworven. De jeugd mag nooit verantwoordelijk worden gesteld voor de gemaakte fouten van ouders en ouderen. Maar het is bevorderlijk voor een humanistisch gedrag dat ook de Japanse jeugd over het oorlogsverleden eerlijk en objectief wordt ingelicht. Helaas is dat nog niet het geval in het Japanse lagere en secondaire onderwijs. De oorlog onder het beleid van Keizer Hirohito blijkt nog altijd in Japan een onoverkomelijk probleem te zijn. Jammer. Zeer jammer.

Geacht publiek, ik dank u voor uw aandacht.

3. Watashi wa dare no ko? = Vader, wie ben je? Reacties op ons boek in Japan en Nederland ⎮ Yoko Huis-Watanuki, Claudine Masako Meijer en Nanny Geressen

1. Aanleiding:

Eerder bij de 5e conferentie in 2002 hebben mijn vriendin Nanny Gerressen en ik van Prof. Muraoka gelegenheid gekregen om over onze reis naar Japan te vertellen.

Deze Japan reis was een zeer emotionele gebeurtenis voor Nanny als een kind van een Japanner. Ze was sinds 1991 op zoek geweest naar haar biologische vader die ze nog nooit gekend had. Nanny is door haar stiefvader vanwege haar Japans bloed vreselijk mishandeld.
Ik heb haar, Claudine en de andere lotgenoten voor het eerst in 1994 leren kennen. Voor mij was het een schokkende ontmoeting, want ik wist echt niet dat er zoveel mensen in Nederland nakomeling zijn van Japanse soldaten, die vochten in de oorlog in voormalig Nederlands Indie¨. Zo veel jaren later verlangen ze er nog steeds hun eigen vaders te ontmoeten.
Sindsdien ben ik hen gaan helpen met het vertalen van de gegevens over de gezochte vaders en met andere zaken. Van tijd tot tijd kreeg ik de gelegenheid naar hun zeer persoonlijke levensverhalen te luisteren. Sommige details waren zo afschuwelijk of juist ontzettend ontroerend dat ik begon op te schrijven wat ik gehoord had.

Stichting Sakura, een organisatie voor de oorlogskinderen van Japanse vaders, heeft rond 1998 aan haar lotgenoten een oproep gedaan hun levensverhaal op papier te zetten als getuigenis van hun ervaringen.. Maar het bleek helemaal geen gemakkelijke opdracht te zijn. Het was blijkbaar voor velen te emotioneel om zijn of haar ervaringen onder woorden te brengen.

En zelf kwam ik tot de conclusie dat ik ooit op een of de andere manier de mensen in Japan over hun bestaan zou willen laten weten. In 1999 besloot ik samen met het bestuur van Sakura een boek hierover te gaan schrijven; in eerste instantie in het Japans. Door verschillende tegenvallers heeft het ons wel heel erg veel tijd en moeite gekost. Maar dankzij geweldige samenwerking van Nanny, Claudine, haar moeder en Molly werd de eerste versie van het manuscript eind 2004 afgerond. Naderhand heb ik van verschillende mensen waardevolle adviezen en suggesties over de inhoud en de schrijfstijl gehad. Tenslotte heeft mijn meester Dhr. Namba een uitgeverij voor ons gevonden en het manuscript op leesbaar niveau gebracht.

Na een goede 7 jaar werd op 15 november 2006 uiteindelijk een prachtig boek door een Japanse uitgever Nashinoki-sha gepubliceerd, getiteld: Watashi wa dare no ko? Vader, wie ben je? Dit is tevens het allereerste boek met dit thema dat in Japan is verschenen.

En dit is het boek:179 pagina’s, met een fraaie omslag. Hierop zijn jeugdfoto’s van de hoofdpersonen in de vorm van legpuzzelstukjes zijn geplaatst als symbool van hun zoek tocht. De achtergrond van het omslag is een prachtig schilderij met oer-Hollands landschap, geschilderd door Ernst Duyshart, een van de lotgenoten van de stichting.

2. Samenvattig van het boek:

Claudine, Nanny en Molly zijn geboren tijdens de Japanse bezetting van het voormalig Nederlands-Indie¨. Hun vaders waren Japanners en de moeders waren Indisch-Nederlandse vrouwen. De vaders hebben na de capitulatie afscheid van de moeders en kinderen moeten nemen en zijn teruggegaan naar Japan. Enige tijd daarna zijn die kinderen samen met hun moeders naar hun tweede vaderland Nederland “terug” gekeerd. Ze zijn opgegroeid zonder de liefde van hun biologische vader en ze wisten zelfs niet wie hun vader was. Bovendien is er vaak op hun neergekeken en zijn ze uitgescholden omdat ze de kinderen van de vijand waren. Rond 1990 zijn ze eindelijk naar buiten getreden en hebben bekend gemaakt dat ze half Japans zijn en zijn begonnen met de zoekactie van hun biologische vaders.

“Wie ben ik eigenlijk?”, “Ben ik een gewenst kind geweest?”, “Wie is mijn echte vader?”, “Hield mijn vader van mijn moeder?”….. Al de vragen die nooit leken beantwoord te zullen worden komen telkens weer naar boven.

Dit boek is een documentatie van hun innerlijke reis waardoor ze met pijn en angst hun eigen menselijke waarde en identiteit terug vinden.

3. Reacties van de lezers:

3.1. Rapport van Yoko

We hebben tot nu toe heel goede reacties van lezers mogen ontvangen. Vele zijn van mijn eigen vrienden en kennissen, maar sommige zijn van totaal onbekenden. Ik ben hoe dan ook erg dankbaar dat ze ons boek gelezen hebben en ons lieten horen wat ze ervan vonden.
De meest gegeven reactie was dat men heel erg verbaasd was dat er in Nederland mensen wonen met Japanse vaders. Bijna alle Japanse mensen wisten er niks van, zelfs een vrouwelijke journalist die veel kennis heeft van de sociale problematiek in Japan heeft, had er nooit van gehoord. Het thema rondom de Japanse vrouwen en kinderen in China was wel in de media geweest. Van hen is bekend dat ze tegen het einde van de oorlog door allerlei omstandigheden in China, vooral in Mansjoerije, achterbleven, en sinds 1981 zijn ze naar hun families in Japan op zoek gegaan. Ruim 6000 mensen zijn uiteindelijk naar Japan teruggekeerd. Maar het feit dat half-Japanse mensen als “kinderen van de vijand” helemaal aan de andere kant van de wereld wonen, was voor velen een schok. Toch waren ze blij hierover kennis te hebben genomen. Door het verschijnen van dit boek heeft deze zaak hun een duidelijker beeld in hun vaderland gegeven.

Een aantal lezers heeft ook moeite gedaan om zijn indrukken en oordelen op verschillende websites te plaatsen. Aangezien de invloed van internet tegenwoordig enorm groot is, zijn de positieve reacties over het boek op sites zeer aangename middelen om het te promoten.

Mevrouw Naoko Richters, onze bekende deelneemster van deze dialoog, was een van de eerste personen die haar indrukken op een site heeft geplaatst. Ze had een paar jaar geleden erg pittige maar zeer praktische en duidelijke opmerkingen over mijn eerste manuscript gegeven, in de hoop dat het ooit een prettig te lezen boek zou worden. Ze schreef op de website;

“Dit boek is erg zorgvuldig en prachtig geschreven. En omdat op een objectieve manier de innerlijke reis van de drie hoofdpersonen beschreven is, zal het bij de lezer een zeer diepe indruk achterlaten. Tegelijkertijd zal het voor lezers aanleiding zijn anders te gaan denken over de houding van de huidige Japanse maatschappij t.o.v. het verleden.
Ik zelf hou me bezig met het verbeteren van het Japanse onderwijssysteem en hoop daarmee de humane ontwikkeling van kinderen gewaarborgd zal worden. De reden waarom ik dit doe is dat veel Nederlanders en half-Japanners door toedoen van het Japanse leger een afschuwelijk leven mee hebben moeten maken. Een oorlog veroorzaakt heel veel ellende en oorlogen worden altijd door mensen zelf veroorzaakt.

Het meest schitterend punt in het boek is het begrip en de houding dat de schrijfster heeft. Ondanks het door Japan in het verleden veroorzaakte vreselijke leed, maakt ze tussen de regels door haar liefde voor Japan kenbaar, en probeert hoop voor de toekomst putten. Daar sympathiseer ik erg mee. De drijfkracht die Japan tot enorm sterk militarisme gedreven heeft is niet hun barbaarsheid geweest. Ik denk dat het kwam door het gebrek aan vrijheid van meningsuiting en openheid in de maatschappij. In onze cultuur zijn deze vrijheid en openheid zwak ontwikkeld. Met een militaristisch systeem wist de heersende klasse hiervan gebruik te maken en het volk naar haar hand te zetten voor haar ideologie. Ze gaf daarmee onvoldoende ruimte voor individuele vrijheid en menselijke waardigheid. Ook nu nog ben ik daar nog steeds erg bezorgd over.

Ik hoop van harte dat dit boek door veel mensen gelezen zal worden.

Ik weet het ook heel goed dat Mw. Richters zelf erg veel van Japan houdt en ze probeert haar best te doen voor een betere toekomst voor Japan en voor de rest van de wereld.

De volgende belangrijke reactie kwam op de Japanse website van Amazon. Amazon is een van de grootste en bekendste bedrijven die vooral boeken via internet verkoopt. Deze reactie is geschreven door iemand met een zich op het internet “Fusha-ban” (molenwacht) noemt. Ik weet nog steeds niet wie Fusha-ban is. Misschien zit deze persoon wel nu tussen ons in deze zaal. Ik wil deze Fusha-ban-san hier vandaan heel erg bedanken, want de inhoud van wat u heeft geschreven was zeer toepasselijk, kort en krachtig. Bovendien bleek deze beoordeling op Amazon ontzettend effectief voor de promotie en de verkoop van het boek te zijn. We zijn er verschrikkelijk blij mee.

Fusha-ban-san schreef:
“warme aandacht voor (half) Japanners — op 30 november 2006. Tijdens de oorlog waarbij Japan betrokken is geweest zijn heel veel slachtoffers gevallen. Door deze oorlog zijn Japanners zowel aanvallers als slachtoffers geworden. Deze twee tegengestelde posities maken de zaak ingewikkelder, waardoor het Japanse volk zich niet duidelijk bewust kan zijn van de arrogantie van het Japanse militarisme (leger?) en de hierdoor begane oorlogsmisdaden.
Dit boek heeft eigenlijk geen stichtelijke en bulderende stemming zoals andere boeken die wel deze neiging hebben. De auteur ging naast de drie vrouwelijke hoofdpersonen staan en beschreef van daaruit zorgvuldig hun verhalen. Daarmee geeft het warmte aan die dames die door hun half Japans bloed zeer zwaar onder druk gezet werden terwijl ze zelf onschuldig waren. Dat is de kracht van dit boek, denk ik. Ik neem aan dat de schrijfster in dit boek het belang van het behouden van waardigheid van het menselijk bestaan wilde benadrukken. Hoe tegenstrijdig en verwarrend ook deze maatschappij zal gaan worden, het behouden van waardigheid zal ons nooit mogen ontgaan. Dit boek bevat veel boodschappen waaraan men aandacht zal moeten besteden, aangezien in Japan van deze tijd over ondoordachte ideee¨n zoals het prijzen van Japan zelf en nationalisme veel te licht wordt gesproken.”

Fusha-ban heeft aan dit boek de hoogste score (5 sterren) als beoordeling gegeven. Dat is zonder meer een grote eer voor ons.

Een Japanse mevrouw uit Den Haag heeft op haar home page ook haar indruk geschreven.

Ze zei: “Dit boek heeft bij mij de gedachte opgeroepen dat de oorlog nog niet helemaal voorbij is. Het belangrijkste wat voor de oorlogsslachtoffers met een identiteitscrisis gedaan zou kunnen worden is dat hun bestaan door alle media erkend zal worden zoals door dit boek, lezingen en TV programma’s. Daardoor zal maatschappelijke erkenning ontstaan in plaats van het ontkennen van hun problematiek.”

Inderdaad is de erkenning van deze problematiek en de verspreiding daarvan ongetwijfeld zeer belangrijk, niet alleen voor de betrokkenen maar ook voor onze volgende generaties. Ik ben dus heel dankbaar dat een aantal kranten en tijdschriften wel aandacht aan ons boek gegeven hebben. Tokyo Shinbun press is een van de goede voorbeelden. En twee journalisten van het Londense kantoor van de Hokkaido Shinbun press die ons boek gelezen hebben, zijn in juli dit jaar naar Nederland gekomen om de mensen van Stichting Sakura te interviewen. Naar aanleiding daarvan verscheen rond 15 augustus een serie van drie artikelen in die krant.

Een van de lezers van een tijdschrift waarin ons boek aangekondigd werd, bleek toevallig een oude collega van 20 jaar geleden te zijn. Ze was erg verbaasd dat het door mij geschreven was, en omdat ze de inhoud ervan wel belangrijk vond, heeft ze een aantal exemplaren gekocht en haar eigen vrienden laten lezen. Dat was ook weer een aangenaam gevolg van de aandacht van de media.

Ik heb ook een wat kritische opmerking op een website gevonden. De website heet; “Koreaanse geschiedenis zoals hij in het lesboek geschiedenis NIET beschreven wordt”

De lezer van ons boek schreef op die site: “ Wat ik grappig vond was de beschrijving waar een Nederlandse ex-krijgsgevangene gevraagd werd of hij nog steeds de Japanners haatte. Hij beantwoordde; “Nee, maar wel de Koreanen”. De reden was dat zijn horloge op een gegeven moment door de Koreaanse bewaker werd gestolen. Toen kwam de Japanner: de baas van de Koreaan. Hij had het blijkbaar gezien en gaf de Koreaan een klap. En het horloge werd aan de eigenaar teruggegeven.”

Hierbij wil ik als auteur van dit boek graag aangeven dat het antwoord van de Nederlander niet letterlijk zo beschreven staat als zojuist genoemd werd. Er staat dat de Nederlander de Koreaan nog enger vond dan de Japanner. Voor de lezer die goede banden met Korea heeft, is dit uiteraard een gevoelig onderwerp. Dat heb ik, eerlijk gezegd, niet in de gaten gehad. Het spijt me.

Aangezien dit boek ontzettend veel gegevens bevat – gebaseerd op persoonlijke en vertrouwelijke informatie – , is het zo zorgvuldig mogelijk geschreven. Vooral om de Japanse families van de hoofdpersonen op welke manier dan ook niet te kwetsen. Toch was het voor de Japanse halfzussen van Molly geen makkelijke opgave te zijn dat de gebeurtenissen in een boek gepubliceerd werden en het dan zelf ook nog te lezen. Molly was een geheim kind van haar vader geweest. Sinds haar vader in 1995 gevonden werd zijn Molly en haar vader elkaar gaan schrijven en elkaar ontmoeten elkaar eens per jaar zonder dat zijn familie er van wist. Alles werd strikt geheim gehouden. Een paar jaar na zijn dood werd Molly in 2004 eindelijk aan haar Japanse halfzussen voorgesteld. Ze werd gelukkig door hen als hun oudste zus geaccepteerd. Daarna, met toestemming van hen, werd alles wat Molly tot die tijd meegemaakt heeft in het boek beschreven. Alleen moest ik erg voorzichtig zijn dat ze absoluut niet gei¨dentificeerd zouden kunnen worden. Het resultaat was prima. Ze zijn erg blij voor hun vader dat hij Molly terug had gezien. Maar ze hielden gemengde gevoelens en konden het nog steeds niet goed bevatten. Dat kan ik me goed voorstellen.

Voor sommige lezers is het eigenlijk ook zwaar om alles door te lezen. Het kern thema is het leven van de oorlogskinderen. Absoluut veraf van een leuke of komische roman. Ondanks dat werd het door veel mensen van verschillende leeftijd gelezen. De jongste die ik ken is een meisje van 15 jaar. Ze wilde later een beroep kiezen waarin ze andere mensen kan helpen. Een jongen van 18 jaar vond het een zeer indrukwekkend boek. Ik heb hem gevraagd, het zijn klasgenoten te laten lezen. Ik hoop dat het hem zal lukken.

3.2. Rapport van Claudine

Naast me staan twee hoofdrolspelers in het boek: Nanny en Claudine. Ze gaan u graag vertellen welke reacties ze op het Japanse boek hier in Nederland gehoord hebben.

Namens Nanny en mij wil ik het team van Dialoog Ned. Japan danken voor de gelegenheid iets te zeggen over onze bevindingen na het verschijnen van het boek “ Vader wie ben je”.

Voor dat ik u iets vertel over de reacties die wij tot nu toe hebben gekregen, wil ik − ook namens Nanny − ons respect en wel RESPECT met grote letters uitspreken voor Yoko Huijs die de moed heeft gehad om aan dit groot avontuur te beginnen. Het heeft lang geduurd maar het resultaat is dan ook de moeite waard geweest. Ook Jan haar echtgenoot en hun dochters Mariko en Junko willen wij danken voor hun geduld en het delen van Yoko met Sakura.

Voor dat ik aan de reacties over het boek begin, een korte anekdote, om het verschil tussen 1991 en 2007 te benadrukken. Ontmoeting op de Pasar Malam Besar. Elk jaar organiseer ik samen met een paar vrienden uit Spijkenisse een busreis voor Indische mensen naar de PMB in Den Haag. Bij aankomst, de toegang geregeld, alle 55 mensen doorgesluisd en de weg gewezen, plof ik zuchtend en zwetend, het was heel erg warm, in het koffiehoekje van exotisch bamboe neer. Een beetje onhandig, de hete koffie klotste een beetje over het bekertje heen. Aduh, warm zeg… op de PM mag je gewoon lekker Indisch zijn. Ik knik naar de man die naast me zat, een grijze brildragende Indo met snor. Ondanks mijn beslagen brilglazen herkende ik iets aan de man. Hij waarschijnlijk ook. Tegelijkertijd keken we elkaar weer aan.

Hij herkende mij nog niet helemaal, ik hem wel… Voorzichtig keek hij mij filosofisch vragend aan, kenmerkend voor hem. “Ralph Boekholt, toch, van de Moesson” zei ik. “Ja, en jij?” Indo’s verstaan en begrijpen elkaar al zeggen ze maar een paar woorden…Hij was de 1e redacteur van Moesson, destijds de enige Indisch Magazine, die iets schreef over Kinderen van een Japanse vader. Ook voor ons was het gedurfd maar dan wel niet met eigen naam erin. “En hoe jij”, vroeg hij .. Ik vertelde hem in het kort hoe het nu gaat.

De tijd heeft niet stilgestaan en wat een verschil tussen het 1e interview en het boek Vader wie ben je?

Nu de reacties die wij tot nu toe hebben gekregen.

Dit jaar werd Sakura uitgenodigd op de nieuwjaarsreceptie van Kamome. We mochten het boek daar presenteren. Op de bazaar van Silvernet in Amstelveen mochten wij het boek verkopen. Een aantal Japanners die het boek hebben gekocht belden Nan om te vertellen dat ze onder de druk waren van haar levensverhaal. Onder hen waren zeker ook een aantal studenten/jonge mensen. Zij hadden tot voor kort niet veel van de Japanse bezetting in het voormalig Ned. Indie¨ gehoord.

Uit Japan kwamen een aantal hartverwarmende reacties van een aantal Japanse veteranen, en vrienden zoals mevr. Noriko Ito uit de kring van Kardinaal Shirayanagi en andere Japanners die wij tijdens de Exchange Program reizen in Japan hadden ontmoet.

Een positieve reactie die ik zelf persoonlijk heb ontvangen is die van een diplomaat van de Japanse ambassade die het boek had gelezen. Hij zei dat het hem speet dat het (leed) mij is overkomen. Het waren weinig woorden, maar een knikje, een gelaatsuitdrukking zegt op zo’n moment meer dan een hele waterval van woorden.

Nederlandse vrienden, collega’s en gemeente ambtenaren reageren verrast wanneer wij met trots het boek laten zien, het Japans schrift (karakters), de foto’s…en prompt komt dan de vraag “En wanneer wordt het in het Nederlands vertaald? Dan kunnen wij het ook lezen.”

In de Indische samenleving zijn we iets voorzichtiger, immers wij willen niemand kwetsen.

In Spijkenisse waar ik samen met een aantal vrijwilligers eens in de maand een bijeenkomst (koempoelan) organiseer, merk je hoe gevoelig het is. Druppelsgewijs komen de mensen naar ons toe om over hun positieve ervaring uit de Japanse Bezetting te praten; een liedje of een paar woorden die ze op school hebben geleerd. Een aardige Japanse soldaat die hun een koekje of vrucht gaf i.p.v een snauw of een klap.

Maar goed, “Vader wie ben je” is voornamelijk geschreven voor het Japans volk.
Zonder haatgevoelens willen wij de Japanners vertellen wie wij zijn, hoe wij zijn ontstaan en hoe wij terecht zijn gekomen. Wat we doen, hoe we elkaar steunen en ons verlangen om iets meer te weten van onze Japanse identiteit. Er is een tijd geweest dat velen van ons gedacht hebben dat we geen recht hadden te bestaan, we waren op een verkeerd moment geboren, verwekt door ‘foute ouders’. Nu jaren later, weten wie we zijn, nog belangrijker is de zekerheid dat we er mogen zijn, en dat we wat voor andere mensen kunnen betekenen, voor de mensheid in het algemeen.

Wij hopen daarom ook dat dit boek en onze levenservaringen een positieve bijdrage levert aan de geschiedenis, en de dialoog tussen Nederland en Japan, vanzelfsprekend in samenwerking met het team van Prof. Muraoka en vrienden die tot nu toe elk jaar weer een boeiend thema naar voren heeft kunnen brengen. Ik dank u allen voor uw aandacht.
Claudine Masako Meijer.

4. Verkoop van het boek

Nu is het bijna eind september. 10 maanden geleden zijn 2000 exemplaren van ons boek op de markt gebracht. Dit aantal is volgens onze uitgever een uitzondering, omdat van de meeste boeken met zulke zware thema’s tussen 1000 en 1500 gedrukt zijn. Deze uitzondering werd gemaakt omdat boeken met dit thema nog nooit op de markt geweest zijn en aangezien de schrijfstijl vriendelijk en makkelijk te lezen is.
Eind augustus j.l. waren er 1050 exemplaren verkocht. Ik weet het niet hoe u erover denkt, maar wij vinden het een mooi cijfer. Natuurlijk zal het nog mooier zijn als straks alles verkocht zal zijn en dat is natuurlijk onze bedoeling!

Om de actie van verkoop voort te zetten hebben we een aantal boeken meegenomen. Als u het nog niet in bezit heeft, of u het aan Japanse vrienden wilt laten lezen: ze zijn straks te koop tijdens de lunch. De opbrengst ervan gaat als donatie naar twee groepen: De ene is de stuurgroep “dialoog Nederland-Japan” en de andere is Stichting Sakura. Natuurlijk hoop ik dat u er belangstelling voor heeft.

5. Onze doelenstellingen voor de komende tijd:

1. Promotie van het boek
We willen meer bekendheid aan het boek geven, zowel in Nederland als in Japan. Ik heb zelf nog niet alle kennissen van me benaderd. Als u weet wie er misschien belangstelling voor zou hebben, willen we het graag van u horen. Promotie via vrienden en kennissen is bijna net zo effectief als via de media.

2. Nederlands vertaling van het boek
Door verschillende mensen is er gevraagd om een Nederlandse vertaling. Daarom zal er in de toekomst ook een Nederlandse vertaling moeten verschijnen. Niet alleen voor belangstellenden, maar zeker ook voor de hoofdpersonen en hun lotgenoten is de vertaling noodzakelijk, omdat ze helaas geen Japans kunnen lezen. Ze hebben nog geen idee wat ik eigenlijk over hen in dit boek geschreven heb! Dat kan natuurlijk niet…
Ik hoop dat we over een paar jaar de Nederlandse versie kunnen aankondigen.

6. Boodschap van een vriend aan Nanny, Claudine, Molly en hun lotgenoten:

Tenslotte lees ik een boodschap van een dierbare vriend aan Nanny, Claudine, Molly en hun lotgenoten.

“Ik was heel geschokt over jullie levensverhalen. En nu pas ben ik er achter gekomen dat jullie zo’n droevige toestand hebben meegemaakt. Het was ook voor mij een erg bittere en trieste ervaring. Maar ik heb tevens gezien dat jullie door een heleboel moeilijkheden heen hebben geslagen, en zijn uiteindelijk zover gekomen om met onze Japanse mensen bevriend te willen worden. Dat geeft mij een onvergelijkbare en meest kostbare blijdschap. Jullie zijn de grootste trots van ons! Tegelijkertijd voel ik de kracht van de mens en de grootsheid van de liefde in jullie houding. In deze tijd dat de wereld naar een verkeerde richting lijkt te drijven, ben ik ervan overtuigd dat deze menselijke kracht en de liefde de belangrijkste factoren voor een verbetering van de toestand in de wereld zijn.”

4. JIN’ers vertellen ⎮ Hideko Gieske – Erentreich

Geachte aanwezigen,

Laat ik beginnen met prof. Muraoka dank te zeggen voor de gelegenheid hier te zijn, en de film te kunnen vertonen. Verder feliciteer ik Yoko met haar boek, dat een boek over Japans Indische nakomelingen in het Japans kon verschijnen.

Graag vertel ik ter inleiding iets over mezelf en over de vereniging, zaidan hojin (Stichting in Japans) JIN, waarvan ik voorzitter ben sinds 2005, nadat Bauke Talens na 10 jaar voortreffelijke voorzitterschap is afgetreden.

Wie ben ik
Mijn naam is Hideko, geboren in Soerabaja in juni 1945. Ik ben genoemd naar mijn vader Hideo. Als zevenjarig kind correspondeerde ik al met hem. M´n moeder heeft van kinds af aan met liefde over hem verteld. Ik had een lieve Hollandse stiefvader. Het belangrijkste is dat mijn moeder openhartig en positief is geweest. Ik ben mijn moeder daar erg dankbaar voor.

In 1978 ben ik voor het eerst naar Japan gegaan om mijn vader te ontmoeten. Ik was toen 33 jaar. Ook wilden mijn man en ik, ons zoontje van acht jaar kennis laten maken met Japan, en met zijn Japanse grootvader. Later toen mijn zoon was afgestudeerd, is m’n zoon nog een keer alleen naar Japan teruggegaan en heeft hij bij zijn opa gelogeerd.

In 1983 ontmoette ik Cherie, een lotgenote, die in Japan had gewoond. Ik wist van mijn moeder dat er veel kinderen waren zoals wij, maar we kenden ze niet. WAAR WAREN ZIJ DAN? We begonnen naar andere Japanse kinderen te zoeken. Onder de naam “Japanese Roots” zetten we een advertentie.

VERENIGING JIN
Enkele lotgenoten reageerden op “Japanese Roots”, en in 1991 richtten we de vereniging JIN op. Toen had ik intussen al wel gemerkt dat de meeste Japanse kinderen in Nederland veel problemen doormaakten.

Ik ben sinds 1991 bijna zestien jaar lang actief geweest in JIN. WAAROM eigenlijk? Mijn motivatie komt uiteindelijk voort uit het gevoel dat we als vereniging JIN voor elkaar veel kunnen betekenen. En dat we dat ook samen moeten blijven proberen.

TERUGBLIK
Wat is er bereikt in die 16 jaar?

DE REIZEN naar Japan
Bijna alle JIN-leden van de eerste generatie zijn tussen 1997 en 2007, dus al tien jaar, op kosten van de Japanse regering naar Japan geweest. Dit hebben we voornamelijk te danken aan de heer WINKLER van de stichting ex-EKNJ (Ex-Krijgsgevangenen en Nabestaanden Japan) met wie we in 1997 voor het eerst als groep van in totaal 16 man op reis mee mochten.

ZOEKEN VAN VADERS
In het najaar van 1995 ontmoette ik in Japan, bij een veteranenvereniging te Osaka, de veteraan Kaoru Uchiyama. Hij vertelde mij dat hij kon helpen, en dat doet hij tot op de dag van vandaag! Vooral in de jaren 1996 tot 2002 was ik zelf contactpersoon voor de heer Uchiyama. Alle brieven en faxen moesten vertaald worden. In Japan deden dat belangeloos de paters Franciscanen Salemink en Horstink. Vele dikke ordners getuigen nog van die tijd. Het resultaat is dat de heer Uchiyama voor veel JIN-leden de vaders of de familie heeft getraceerd. Zeer belangrijk is ook dat hij ook bemiddelt bij het leggen van contact met de familie. Als dank nodigde de vereniging JIN in 1999 de heer Uchiyama uit voor een bezoek aan Nederland. Hij werd toen ere-lid. In 2005 heeft de heer Uchiyama in Japan een FESCO- award gekregen, de Foundation for Encouragement of Social Contribution, voor zijn jarenlange hulp aan Japans-Indische Nakomelingen.

De ´YOSHIOKA’s´ van het Japan-Netherlands Culture Centre
In 1999 leerden we in Amsterdam de heer en mevrouw Nobuo en Masako Yoshioka kennen.M´n zoon nam daar toen Japanse les van de heer Yoshioka en is nu bestuurslid van de stichting JNCC. Maar veel belangrijker is dat de `Yoshioka´s´ met hun Japan-Netherlands Culture Centre een geweldige vriend en steunpilaar zijn geworden voor de J.I-nakomelingen. Op de JIN relatiedagen laten ze ons kennis maken met de Japanse cultuur.

15 Augustus Herdenking
Tot slot wil ik nog iets bijzonders vertellen. Bij de laatste 15 augustus herdenking heeft de vereniging Japans Indische Nakomelingen een krans gelegd, op uitnodiging van de stichting Herdenking. Als Japanse kinderen hebben we dit zeer op prijs gesteld, omdat wij ook alle oorlogsslachtoffers willen herdenken. Dit doen we sinds 1997 ook jaarlijks in Japan in Mizumaki en Nagasaki. Tegelijk weten we dat we bestaan door de oorlog en nu hebben we kinderen en kleinkinderen aan wie we ook het goede vanuit Japan willen doorgeven.
Maar om dat te kunnen doen, hebben velen van ons veel te verwerken gehad. Dit ziet u in de komende film van Marcel Reijnst. Hij heeft een compilatie gemaakt van interviews met JIN-leden die uitgezonden zijn op de Nederlandse en Japanse TV. De film is ingekort en duurt 30 minuten.

Dank voor uw aandacht.

DVD Film: een compilatie van interviews van JIN leden op de Nederlandse en Japanse TV
Gemaakt door JIN lid Marcel Reijnst ter gelegenheid van het 15 jarig bestaan van de vereniging JIN in 2006.
Deze film mag alleen vertoond worden in huiselijke kring.

Inleiding:
“Masi roki fuji no” (witte berg Fuji) , een oud Japans liedje gezongen door Hideko en een JIN moeder.
De JIN is opgericht op 01 februari 1991. De vereniging is voortgekomen uit de contactgroep “Japanese roots” , een initiatief van Cherie Landegent en Hideko Gieske-Erentreich.
Ver. JIN: www.JIN-info.nl, Japans Indische Nakomelingen, Japanese Indonesian Dutch Descendants.

Deze presentatie is een compilatie van diverse TV programma’s, die in het verleden zijn uitgezonden.
Daarom begin ik met mijn dank uit te spreken aan de omroepen, die deze programma’s hebben gemaakt. Natuurlijk komen daar ook bij alle personen, die hun privee opnamen, de bandjes en diverse foto’s aan mij ter beschikking hebben gesteld om deze presentatie te kunnen samenstellen en aan u te mogen vertonen.

Ook wil ik nog gezegd hebben dat deze voorstelling een verzameling beelden bevat, waarvan ik hoop dat het niemand zal kwetsen. Het zijn oude beelden en gesproken teksten uit het verleden.
Ik hoop dat jullie het mooi zullen vinden en uiteraard wens ik jullie veel kijkplezier. Marcel Reijnst.

Vliegtuigbeelden over de oorlog en bezettings beelden volgen.

Commentator:
Dit betekende het begin van de oorlog en het einde van Nederlands-Indie¨.
De Japanse bezetter ging daar wreed te keer, zowel de blanken als de Indo samenleving werden niet door de Japanners gespaard. De mannen werden ingezet als dwangarbeiders, de vrouwen bleven achter.
(Kampbeelden) Sommigen van hen kregen een relatie met een Japanse officier of een Japanse bestuursambtenaar.

Ron Hilgers (foto jongetje):
Als ik terug ga in mijn gedachten zijn mijn eerste herinneringen van toen ik 5 jaar was. Ik leefde in een gemeenschap van vlakna de oorlog, waar de wonden nog open waren en uiteraard werd ik vaak uitgescholden voor een Japse kind. Ik kan mij daar niet tegen teweer stellen. Thuis had ik geen ruggesteun. Mijn biologische (Japanse) vader werkte in een shop waar ook textiel werd verkocht, die voornamelijk voor de Japanse clientele was bestemd. Mijn moeder is daar gaan werken en heeft ze mijn biologische vader ontmoet en ontstond er een relatie. Ze heeft eerst nog Japanse les moeten volgen.
Mijn moeder was in verwachting. Toen de oorlog ten einde was, werd mijn vader gei¨nterneerd. Op de dag dat ik geboren werd, heeft mijn oom hem uit het interneringskamp gehaald en hem naar mijn moeder gebracht om mij te zien. Hij heeft mij nog gedragen. Dat dit gebeurd is, vind ik heel belangrijk. Hij is daarna terug gebracht naar het interneringskamp, vanwaar hij naar Japan is gegaan.

Commentator. foto van fietsende Japanse soldaten
Toen de oorlog van Azie¨ een feit was, kwamen er 10.000 militairen naar Nederlands- Indie¨. Onder hen ook economen onder Japanse militaire bevel. De Nederlandse onderdanen worden vastgezet in de vele Japanse kampen. In de loop van de oorlog wordt ook een deel van de Indo-Europeanen ingesloten. De ellende in de Japanse kampen vormt de basis voor het schuldgevoel van de Japans Indische nakomelingen. Door hun afstamming voelen zij zich mede verantwoordelijk voor het leed dat door de Japanse bezetter werd aangericht. (foto vrouwen).
Ook in de groep Indo-Europeanen zijn er vrouwen die een verhouding beginnen met een Japanse militair. De kinderen uit die relaties, de Japans Indische nakomelingen zijn ook nu nog de kinderen van de vijand.

Mevrouw J. van der Vet
Daar leerde ik de vader van mijn kinderen (2) kennen. Het leven werd er niet gemakkelijk op gemaakt, want als alleenstaande vrouw, vooral in oorlogstijd, probeert iedereen zijn kansen te wagen natuurlijk. Ik kreeg allerlei hinderlijke telefoontjes en toen zei mijn baas (later de vader van mijn kinderen) is het niet beter dat je bij mij komt, op kantoor werken. Ik moest werken, geld verdienen, en ben toen daar gaan werken. Van het een kwam het ander, hij werd verliefd op mij en ik werd verliefd op hem, en zo is het gekomen.

Joan van der Vet:
Ik heb heel lang niets aan haar gevraagd. Op mijn 12e jaar heb ik gehoord dat ze een relatie heeft gehad met een Japanse soldaat en dat ik en Wendy, mijn zusje daarvan het gevolg van waren.

Moeder van Joan:
Ik zelf ben toen gaan werken, heb werk gezocht, maar het ging niet altijd gladjes, want als men in de gaten kreeg, dat je Japanse kinderen had, werd je ontslagen, dan zeggen ze: “ja hoor eens dit en dat, je hebt Japanse kinderen”.
Joan: Het heeft gemaakt, dat ik geen mening mag hebben over de 2e wereldoorlog, omdat ik schuldig ben of zo. Dat ik ook vind, dat je aanwezigheid niet kan voor mensen, die geleden hebben en ik denk ook dat het een soort basis gevoel is van “ik had er niet mogen zijn” (toont emotie)

Beelden van Ton Hoeke

Stem van zijn vrouw Marja: “het is verschrikkelijk om te zien hoe iemand lijdt onder zijn jeugd, onder zijn verleden, onder zijn schuldgevoel naar al die mensen in Indonesie¨, die in kampen hebben gezeten, terwijl hij het kind is van een Japanner. Het is het schuldgevoel dat hij enorm heeft.

Joan: Uiteindelijk ben ik via het Rode Kruis door een pater op de hoogte gesteld, dat mijn vader 10 juni vanuit oost Java naar Japan is teruggekeerd.

Japanse TV interview: tolk: 5 januari van dit jaar hebben we een fax naar het Rode Kruis gestuurd met de mededeling,dat we uitgezocht hebben dat er een zekere Miyamoto op 11 april 1992 is overleden

(Joan hoort dit voor het eerst en huilt). Verder is uit onderzoek gebleken, dat dhr. Tomisaburo Miyamoto een dochter heeft, waardoor er allerlei problemen zijn, waardoor het niet mogelijk is om deze dochter te ontmoeten. (Joan: o.k. jammer)

Joan’s moeder: laat een brief zien, Kobe, 25/10/1948., ze had een briefwisseling met de vader. Op een gegeven moment was er geen contact meer. De brief uit 1948 wordt getoond.

Freda Rijnders (foto van Freda en moeder)
Reporter: het leven van Fredea wordt beheerst door de zoektocht naar haar onbekende Japanse vader. Haar moeder sprak er nooit over. Ze was 9 jaar toen ze voor het eerst te horen kreeg.

Freda:
In die tijd was ik vaak dwars. Toen dacht ik: “als mijn moeder niets wil zeggen, dan zoek ik hem zelf op, omdat ik hem zelf miste als persoon. Misschien dat je ook de warmte zoekt en toen hebben we dus gezocht via het Rode Kruis, de Japanse ambassade. Maar het was altijd nul op request. Toen leerde ik mijn man kennen en die voer als zeeman in die tijd naar Japan. Dus zei ik “probeer in Japan te zoeken, dat gaat misschien iets makkelijker”. We hadden een naam en adres van een oude brief. Mijn man heeft het daar geprobeerd, maar het is ook daar niet gelukt.

Vader van Freda:
Ik nam een baantje, maar omdat ik van onderaan moest beginnen, verdiende ik niet genoeg om mijzelf te onderhouden. Het was onmogelijk om met zo’n inkomen een heel gezin te onderhouden. Toen ik besloot om in Japan te trouwen met een ander nam ik ook het besluit om het verleden te begraven. Het verleden is voorbij, het nieuwe leven moet een kans krijgen.

Commentator: enkele jaren geleden overleed Freda’s moeder en daarom durft zij nu openlijk erover te praten en zij is niet de enige.
In 1944 werd in Bandoeng George geboren (babyfoto). Hij is de oudste van een groot gezin (foto van teenager George). Pas op zijn 31ste hoort hij dat zijn vader een Japanner is.

George de Winter:
Op dat moment is de ellende begonnen. Hoe lang heeft dat geduurd, tot op de dag van vandaag. Met zijn geboortebewijs in de hand (foto) begint George een zoektocht naar zijn vader. Samen met zijn vrouw zoekt hij via het Rode Kruis en de Japanse ambassade, maar alles vergeefs. Zelfs zijn brief aan de Koningin mocht niet baten. George heeft er nog steeds veel problemen mee. In het afgelopen najaar werden er veel artikelen geplaatst in de kranten over de Japans Indische nakomelingen. (foto van bezoek van Beatrix aan Keizer in Japan in 1991)

Foto van Freda met onverwacht resultaat.
Freda: Ik heb een foto gekregen en een brief waarin stond wanneer vader aankwam (op Schiphol) en er zat een foto bij, dus ik weet nu hoe hij er uitziet. Hij is denk ik een man van 80 jr, maar eigenlijk is het het kleine meisje die de vader zoekt.
Journalist: heeft u enig idee hoe lang uw vader hier zal blijven?
In de brief schreef hij 6 dagen, maar ik heb hem gevraagd of hij eventueel kan verlengen. Ik zei door de telefoon “ik heb je 46 jr. gemist, dan vind ik 6 dgen veel te kort (huilt)”
Foto van JAL vliegtuig: 20 december 1991 aankomst Freda’s vader. Freda in rode jas en gezin. Haar vader komt aan met alpino pet.
Journalist: ’s avonds terug ten huize in Almelo begint de kennismaking pas echt.
Freda met vader op de bank: ik ben heel gelukkig!

George de Winter
Japanse TV presentatrice vertelt in het Japans.
Reportage over het bezoek van George de Winter, zijn vrouw en dochter aan het graf van zijn vader. Zijn vader is op 85 jarige leeftijd overleden. George ontmoet zijn Japanse broer. De foto van kleine George en zijn moeder werd door de vriend van zijn vader herkend. Dankzij vriend Yano is de familie gevonden.
George: het was eng, ik wist niet wat ik met mijn emoties moet, want ik was mij al aan het verdedigen en voorbereiden. Ik was angstig om mijzelf, je wilt toch de andere kant zien, je zoektocht naar je roots.
Broer van George in het Japans: spreekt over vriend Yano van zijn vader die de foto heeft herkend.
Nu ik hem heb ontmoet voel ik mij als vervanger van mijn vader, verantwoordelijk om zoveel mogelijk te helpen.
George: al die jaren dat ik anders denk over mijn Japanse afkomst is nu tegenovergesteld.
Yano, vriend van George’s vader spreekt bij het graf: vandaag staan we voor je graf, 3 mensen uit Nederland zijn speciaal gekomen om je te ontmoeten. Wees gelukkig met hun komst.

Foto van enkele leden en zoekactie formulier van de ambassade worden getoond.

Bauke Talens:
Ik denk ook niet dat mijn moeder om over onze situatie te spreken schuldgevoelens zou moeten hebben. Ze heeft veel goed gedaan in die periode, dus wat dat betreft sta ik recht overeind en durf ik iedereen recht in de ogen te kijken. Ik kreeg op 5 mei 1993 bericht van mijn vader met aanhef “my dear son Bauke”, het deed mij wel wat en ik wist er niet mee om te gaan en ik zei destijds dat ik hem nog wel een keer ga opzoeken, maar ik weet nog niet wanneer. Ik wou het even parkeren, waarop mijn vrouw zei “je vader is al zo oud, je moet zo gauw mogelijk gaan”. Mijn oudste dochter die mee was, werd begroet met een buiging, de omhelzing maakte iets los, waarvan ik dacht dat het er niet was. Het was er wel, een gevoel van “het is je vader” (filmbeelden te zien van Bauke en zijn vader, op bankje, busstation)
Bauke: dit is mijn vader (die zich steeds afwent, omdat het emotioneel te veel wordt).
Ik heb nu dus 3 jaar geen contact met hem gehad. Na mijn vakantie kreeg ik een brief uit Japan met een foto van mijn vader en van mijn broer, waarvan ik wist dat die bestond, maar nooit het gezicht had gezien. We gaan nu samen het graf van mijn vader bezoeken (foto).

Cherie Landegent: foto van het graf van Cherie’s moeder op Japanse TV.
Japanse TV: moeder Daisy, vader Hiroshi Oshii. Cherie en pater Salemink en Japanse journalist.
Cherie: toont foto: mijn zoon lijkt op mijn vader. Cherie (= Layko) ontmoet haar stiefbroer Takashi, de oudste zoon van haar Japanse stiefvader. Grafbezoek aan Cherie’s vader. Cherie bedankt iedereen.

Nippy Noya en Wil Blaauw wandelen in de Japanse tuin in Den Haag

Wil Blaauw
Commentator: Wil Blaauw is op zoek naar haar Japanse vader. Ze was 7 jr toen ze met haar moeder, die uiteindelijk met een Nederlander trouwde, in Nederland kwam. Toen ze 13 jr. was, hoorde ze van haar moeder dat haar biologische vader een Japanner was.
Wil: Dit zijn mijn 3 ouders. Dit is mijn Nederlandse vader, die ik als enige vader heb gekend. Mijn moeder, mijn Japanse vader, die ik dus nooit heb ontmoet. Het enige was, dat ik er dus anders uitzag dan mijn broertje en mijn zusje en dan zei ik altijd dat ik leek op mijn Chinese grootmoeder.

Nippy Noya:
Ik reis veel, ik ben een nomade, maar ik blijf een eenling. Het is wel een hele grote stempel die ik meekreeg. Op het Japans Cultureel Centrum van de dhr. en mw. Yoshioka te Amsterdam speelt Nippy muziek op de conga.
Mijn broer in Hiroshima vertelt dat mijn vader elke zondag met een sumo vechters broekje en een doek om het hoofd de hele grote daikon bespeelde. Toen is het puzzeltje gevallen. Ik heb mij altijd afgevraagd waarom ik een conga bespeel.

Commentator: Het Japans Cultureel Centrum te Amsterdam organiseert regelmatig bijeenkomsten voor Japans Indische nakomelingen. Juist voor hen is dit een belangrijke plek om hun roots te leren kennen en elkaar daarbij te ondersteunen. Via de vereniging JIN zoeken in Nederland nog 9 JIN leden naar hun vader.
Mw. Yoshioka in het Japans (is al vertaald in NL): Voor deze mensen is Japan het land waar hun vader vandaan komt. Dit is het Japan-Netherlands Cultural Centre waar we de Japanse cultuur tonen. Het geldt niet als je jong bent, maar geleidelijk aan als je ouder wordt. Je voelt dat je enerzijds Indische Nederlander bent en anderzijds een Japanner bent. Je Japanse ziel wordt wakker. Je wordt gevoelig voor de Japanse sfeer, cultuur en de roots van je vader. Zo gaat het volgens mij.
Nippy speelt muziek

Commentator: De letters JIN staat voor Japans Indische Nakomelingen. Het is een organisatie van kinderen van Japanse vaders en Hollands-Indonesische moeders. Halverwege de jaren 90-95 hebben zij met de st. EKNJ de reizen naar Japan meegemaakt. De voorzitter van het Mizumaki comitee dhr. Kurokawa heeft in 2004 een bezoek gebracht aan Nederland. Met hem is meegekomen de Japanse “pleegvader” van Bert Giesbers.
(Gedeelte van bezoek van dhr. Kurokawa wordt niet getoond)

Bert Giesbers (kleuter foto)
Was geboren in Jakarta. Op 3 jarige leeftijd ging hij met zijn moeder en haar man naar Nederland.
Toen mijn Japanse vader mij heeft afgewezen, was daar mijn Japanse pleegvader. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik Japan niet ging haten. Hij heeft mij echt geholpen.

Tekst aftiteling
Zonder iemand te kort te willen doen, wil ik in het bijzonder de volgende personen mijn dank uitbrengen voor de toestemming, die ik kreeg om hun fragmenten te mogen gebruiken.
Bauke Talens en zijn vader
Bert Giesbers en dhr. Yukio Nakamura
Cherie Landegent
Chieko Otsuka (vertaalster)
Freda Rijnders en dhr. Kazuo Satoh
George de Winter
Joan van der Vet en mw. Van der Vet sr.
Nippy Noya
Pater Salemink
En alle anderen die ik vergeten ben.

Deze film is tot stand gekomen met medewerking van de vereniging JIN.
Copyright v.d. ver. JIN.

1. Opening ⎮ Yukari Tangena – Suzuki

1. Opening ⎮ Yukari Tangena – Suzuki

1. Opening ⎮ Yukari Tangena – Suzuki