“Ontmoetingen voor werderzijds begrip en vertrouwen”
29 June 2002, Nijkerk
inhoud
- Openings words
- Ontmoetingen voor werderzijds begrip en vertrouwen
- van de film “OUDE PIJN”
- Post-war Experiences of a Military Cadet
1. Opening words ⎮ Peter Slors
De tekst is niet beschikbaar
2. Ontmoetingen voor werderzijds begrip en vertrouwen ⎮ Yoko Watanuki & Nanny Namiko Geressen-Dirven, Stichting Sakura
Nanny:
Welkom allen, die hier aanwezig zijn. Bedankt voor deze uitnodiging. Mijn naam is Nanny Namiko Gerressen, bestuurslid bij Stichting Sakura. We zijn tweede generatie kinderen van Japanners en Indische/Hollandse moeders. Sakura staat buiten de zoekactie naar onze vaders voor hulpverlening van traumatische ervaringen en erkenning dat we oorlogskinderen zijn.
Yoko:
En ik ben Yoko Watanuki, een goede vriendin van haar. Onlangs zijn wij samen met Olga in Japan geweest en over onze ervaringen, willen wij u wat vertellen. Maar het gaat niet zomaar: naar aanleiding van het thema van vandaag “de verwerking van het oorlogsverleden in Nederland en Japan”, gaan we om de beurt proberen uit te leggen over de gevoelens die Nanny gehad heeft en over de reacties en de gedachten van Japanse mensen die ik gemerkt heb.
Motivatie van de reis naar Japan
Ik heb in 1993 voor het eerste kennis gemaakt met een groep mensen die naar hun eigen Japanse vaders op zoek waren. Ze zijn tijdens en direct na de Japanse bezetting in Indonesië¨ geboren. En een van hen is Nanny. Ik was toen heel erg verbaasd en geschrokken om het bestaan van die mensen te weten te komen. Tegelijkertijd schaamde ik me zeer dat ik het nog nooit geweten had. En nog meer schaamte, dat was dat Japanners, naast uitoefening van de afschuwelijke oorlog zelf, de geboorte van ontelbare kinderen veroorzaakt hebben.
Sindsdien ben ik een van de vrienden van hen geworden als 100 procent Japanse en doe ik mee met verschillende activiteiten in kader van onder anderen de poging om overwinning van de erkenning van hun bestaan en de culturele uitwisselingen.
In 1997 kwam de Japanse Kardinaal Shirayanagi voor het eerste in dit land voor verzoening met de oorlogsslachtoffers. In de ontmoetingsruimte stond Olga. Ze was heel erg ontroerd om hem te zien, omdat ze tijdens de oorlog als een Duitse-Nederlands kind in Japan gewoond heeft en omdat ze zeer sterke verlangen naar Japan had.
Toen de 2e WO uitbrak woonde Olga met haar familie in Deli, tabaksland, op Sumatra. Omdat zij de Duitse nationaliteit hadden werden de mannen geïnterneerd naar Brits-Indië en de vrouwen en kinderen op transport gezet naar Duitsland. Door de oorlogssituatie kwamen de schepen in Japan terecht en konden niet verder. Plannen waren om naar Wladiwostok te varen en via Siberië/Rusland terug te gaan naar Duitsland. Tijdens het verblijf in Kobe tot 1947 heeft Olga diverse bombardementen van Kobe meegemaakt. Maar ze heeft tegelijkertijd een zeer diepe indruk gekregen van prachtige kerstbloesem, rode azalea, en nog wat van hele schitterende omgeving. Dat koesterde ze al jaren lang.
Haar emotie werd steeds onhanteerbaar en een beetje zorgwekkend vooral nadat haar man een paar jaar geleden stierf. In het vorig najaar heb ik besloten om samen met haar in het voorjaar van 2002 naar Japan te gaan, vooral naar Shioya, een deel van Kobe, waar ze heel graag terug wilde gaan. Daarmee hoopte ik dat ze min of meer innerlijk rust zou krijgen. Ze werd meteen ontzettend enthousiast en beloofde haar best te doen om genoeg geld te sparen. Later had ik Nanny gevraagd of ze met ons mee wilde gaan, zodat ze meerdere kanten van Japan kon zien. En het zou misschien een kans geven om haar ellendig verleden nog verder te kunnen verwerken, dacht ik.
Nanny:
Het is niet mijn eerste reis naar Japan. In 1995 ben ik met een TV ploeg op zoek gegaan naar mijn Japanse Vader. Toen was de reis zwaar beladen met emoties en angsten. Wat zal ik vinden? Was mijn vader misschien een oorlogsmisdadiger, hoe zal hij zijn en hoe zal hij op mij reageren? Weet hij dat mijn broer en ik bestaan? Allemaal vragen, die toen niet werden beantwoord. Helaas konden wij door de aardbeving in Kobe in dat jaar niet verder reizen en zijn alleen in Tokio en Yokohama geweest. Het stukje traumatische ervaringen uit mijn jeugd heb ik een plaatsje kunnen geven na jaren lange therapie. Waarschijnlijk daardoor heb ik deze reis heel anders ervaren; minder beladen. Ik heb alles gewoon op mij af laten komen.
Voorbereiding – aankondiging en de hulpaanvragen
Yoko:
In december vorig jaar, zijn we begonnen om onze plannen serieus aan te pakken. Er werd een aankondiging van onze reis naar Japan gestuurd met profiel van Olga en Nanny erbij. Dat was met een intentie om het bestaan van zulke mensen en het doel van deze reis aan mijn familie en vrienden zo veel mogelijk te laten weten. Helaas heeft niet iedereen daarop gereageerd. Maar uiteindelijk zeker meer dan de helft van ongeveer 30 mensen heeft ons een heel goede wens voor de reis naar Japan teruggestuurd. Daarnaast heb ik een aantal trouwe vrienden en kennissen benaderd om ons te helpen met het regelen van verblijfplaatsen in verschillende steden. Het resultaat daarvan was echt geweldig!! Het heeft wel even geduurd, maar ruim voor onze vertrekdatum werd het schema voor onze reis vastgesteld.
Tussentijds werd een zoekactie van Olga’s oude woonplaats via een lokaal gemeentehuis te Kobe ondernomen. Ze had toevallig en gelukkig een toenmalige identiteitsbewijs in het Japans in bezit. Daar stond het adres op van haar oude woning. Na een poosje kwam een e-mail binnen van een ambtenaar van de ‘afdeling bewoners archief’.Binnen een paar weken heeft hij de plek kunnen wijzen waar Olga gewoond zou hebben. Hij heeft zelfs een paar kaarten van de gezochte wijk aan ons opgestuurd met goede wensen voor de reis. Ik vond het heel erg speciaal dat een ambtenaar tot zover een zo’n vreemde verzoek behandeld heeft.Maar wat betreft een verzoek tot opsporing van een Japanse vader, kunnen we helaas, naar onze ervaringen, bijna niets van hen verwachten.
Ervaringen in Japan
Vanaf 28 maart tot met 11 april zijn we met z’n drieen Japan doorgetrokken. In die twee weken, waar we ook geweest zijn, waren we met heel veel warmte ontvangen. Het was een heel erg prettige en fijne ervaring.
Nanny:
Net als in 1995 werd ik bij de douane wederom in het Japans aangesproken. Tijdens de wachttijd in Tokio keek ik naar de oudere mannen en jonge mensen en ik vroeg mij af, hoe het leven van mijn vader was geweest. En als wij met hem waren meegegaan, hoe zou ons leven er daar uit gezien hebben. Ik besefte tegelijkertijd, dat dit niet zinnig was.
Het eerste Japanse ontbijt was een ervaring, die ik nooit zal vergeten. Rijst met vis in de plaats van brood. Maar wonderwel: het smaakte goed.
**Mizumaki
Yoko:
Op die ochtend werden we opgehaald door meneer Murakami. Hij is een sympathieke en hulpvaardig iemand- hij bood ons aan om de hele dag voor ons te rijden. Bij de eerste bestemming in Mizumaki werden we heel hartelijk door Dhr. Kurokawa en zijn broer begroet. Hij is de voorzitter van ‘Comité´ vrede en cultuur rondom het kruis monument’. Dit kruis werd gemaakt direct na de oorlog als een soort plaatswijzer van de begraafplaats voor omgekomen krijgsgevangenen die gedwongen werden in mijnen te werken. In 1986 heeft een van de overlevenden, meneer Winkler die plaats bezocht, om zijn verleden te verwerken. Sinds 1987 is het een herdenkingsmonument geworden voor de vrede en culturele uitwisseling tussen Nederland en Japan. Sindsdien zorgt hij samen met zijn broer en anderen voor het monument en ontvangt mensen uit Nederland die het pijnlijke verleden met Japan willen verwerken. Hij en zijn broer waren heel warme mensen om bij te zijn en hun openhartige houding maakte ons ontspannen.
Nanny:
In de buurt van het monument ligt een gemeentelijke bibliotheek. Van de secretaris kregen we een rondleiding: Het kleine museum, de Nederlandse hoek met Nederlandse boeken en het verhaal over het ontstaan van monument heeft toch indruk op mij gemaakt. Boven, bij het herdenkingsmonument voor de krijgsgevangenen, die daar gestorven zijn ten gevolge van het gedwongen zware werk in de mijnen, kampte ik met dubbele gevoelens. Voor het eerst werd ik met het Japans oorlogsverleden geconfronteerd, op de plaats waar het was gebeurd. De ene helft in mij vindt, dat ik recht heb om daar te staan, omdat ook mijn familieleden in de oorlog gevallen zijn. Maar, aan de andere kant voel ik mij ook een buitenstaander, door schuldgevoelens. Zijn deze gevoelens aangepraat of komt het door mijn e¨half’ Japans zijn? Ik denk door beiden.
Later tijdens de lunch op uitnodiging van de gebroeders Kurokawa heb ik voor het eerst van mijn leven rauwe vis gegeten. Omdat ik bang was, dat ik het niet lekker zou vinden, had ik te veel wasabi (scherpe groene mierikswortelpasta) gebruikt: zodat de tranen in mijn ogen sprongen. Tijdens deze lunch hebben wij onze gastheren enkele vragen kunnen stellen o.a hoe zij de oorlog hebben ervaren. Zij zijn nu bijna zeventig, destijds tieners die opgroeiden zonder een vader of een ander mannelijk familielid. Kurokawa-san vertelde dat hij als jongen nooit bang was geweest. De mensen werd verteld, dat Japan onoverwinlijk was en God, de Keizer, hen zou beschermen. Hun vaders en andere mannelijke familieleden moesten Japan verdedigen.
Er was toen geen TV, die deze dingen zoals nu aan de kaak zou kunnen stellen en kranten werden gecensureerd. Achteraf bleek de oorlog reeds ten einde te lopen. Gelukkig hadden de Amerikanen alleen die fabrieken gebombardeerd, waar oorlogsmaterialen werd gemaakt. Kurokawa’s broer vond dat de Amerikanen het goed overdacht hadden: Japan kon vrij snel een doorstart maken, zodat de economie niet te lang stil stond. Wij vroegen hoe hun gevoelens waren, tijdens de bombardementen. Zij vertelden: “Toen de Amerikaanse vliegtuigen kwamen klommen wij de heuvels op om te zien hoe ze werden verjaagd. Toen dit niet gebeurde, wilden wij ook ons land mee verdedigen”. Kurokawa-san was zijn mes al aan het slijpen om ten strijde te gaan. Gelukkig was dit niet meer nodig. Na een bezoek aan het park vol bloeiende sakura bomen (kersenbloesem), die wij tijdens onze reis overal zagen, hebben wij afscheid genomen.
Yoko:
Hij vertelde ook dat het eigenlijk verbazingwekkend is dat hij deze belangrijke taak gekregen heeft terwijl hij uit puur mededogen voor het kruis begon te verzorgen. “Ik doe wat ik kan doen. Meer kan ik niet. Maar als de mensen uiteindelijk vrede terug krijgen na het bezoek aan het monument, ben ik er ook heel erg blij om.”
Mizumaki is de plaats waar de hele gemeente zich al jaren bezig houdt om met de oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden proberen te verzoenen. Dat is een heel bijzondere prestatie voor een lokale gemeente in Japan.
**Oita
Nanny:
Op weg naar het platteland, naar fam. Watanuki, de ouders van Yoko, in Oita waar wij hoopten nog iets van het oude Japan te zien. Ook hier werden wij door veel mensen begroet en werd ik telkens in het Japans aangesproken. Verbaasde gezichten als ik hun in het Engels vroeg, wat ze zeiden. Dit zal zich steeds weer herhalen, tijdens onze reis. Deze herkenning dat ze mij als een van hen zien, roept bij mij gevoelens van erkenning voor mijn Japanse afkomst.
Yoko:
Hun huis was half Japans en half Europees gebouwd. In de kamer die helemaal Japans ingericht was met Tatami-mat, lage tafel en ramen en deuren met papier erop geplakt, daar ging Olga zitten en ze zei niets. Plotseling begon ze heel erg te huilen; een verschrikkelijke emotionele uitbarsting door het terugvinden van iets dat ze al die jaren diep in haar hart opgeborgen heeft. Ze mocht huilen zo lang ze wilde en we snottereden ook een beetje mee. Daarna de hele avond hebben we gezellig gekletst en gezongen samen met mijn familie.
Een familie altaar in het huis van mijn oom en oma dat wilde ik hen ook zeker laten zien en laten weten hoe Japanners elke dag hun voorouders danken, bidden en eerbiedigen. Vol respect zijn we naar de bestemde kamer gegaan. Mijn moeder en ik hebben eerste een kaars en een paar wierookstokjes aangestoken en gebeden. Daarna waren Nanny en Olga aan de beurt. Nanny begon te huilen. Een poosje hebben we met z’n drieën met mijn moeder elkaar omarmd en samen gehuild. Het was een aanval van haar diep emotie. Ze heeft eigenlijk nooit verwacht dat zoiets zou gebeuren. Maar de altaar, dat zou voor haar eigen vader kunnen zijn geweest, haar eigen Japanse vader die ze in haar leven nog nooit gekend heeft. Gelukkig hebben we niet de hele tijd hoeven te huilen. De spontaniteit en een beetje vergeetachtige houding van Olga maakte ons weer vrolijk en zo hier en daar hebben we verschrikkelijk lol gehad en soms was het zo erg dat we pijn in de buik kregen.
Nanny:
Het platteland was heerlijk. Wij werden door de familie Watanuki en hun vrienden verwend.
Yoko:
In de boeddhistische tempel, waar een vriend van mij als monnik werkt, straalde de sfeer zo’n rust uit, waardoor wij vanzelf tot meditatie over gingen. De monnik vertelde, dat hij ook met mensen in aanraking kwam die getraumatiseerd uit de oorlog zijn gekomen. En dat er zelfs een toneelstuk was, die over zo’n getraumatiseerd gezin ging. Hij zou graag dit toneelstuk naar het dorp willen halen: er kan niet genoeg verteld worden, wat de gevolgen van oorlog zijn.
**Kobe en Osaka
Nanny:
Kobe was de stad van Olga-san; hier had ze als jong meisje de oorlogsjaren doorgebracht. In Kobe aangekomen, besloten wij direct naar Shioya te gaan. Tot onze verbazing wist Olga-san direct de heuvel te vinden, waar ze vroeger had gewoond. Maar alles was veranderd; Er stonden geen houten huisjes meer. De tijd en aardbevingen hebben de oude huisjes vervangen in betonnen huizen. Ook de omgeving is veranderd, geen sakura bomen (kersenbloesem) in de straten, waar haar huisje stond. Alleen de heuvels en het eiland in de verte zijn gebleven. Teleurstelling, pijnlijke heimwee naar het oude Shioya, waar ze toen ondanks het vreemde voor het eerst gelukkig was, verbeet ze met moeite. Zij was daarom zo gelukkig, dat wij de volgende dag nog oude winkels van toen ontdekten, althans dat dachten wij. Helaas bleek dit niet juist te zijn. Na de aardbeving was het in de oude stijl weer herbouwd.
Yoko:
Olga zei toen, “Ik heb alles gezien met mijn eigen ogen. Er is een heleboel veranderd. Dat kan niet anders na zo’n 60 jaar later. Het is natuurlijk heel erg pijnlijk om dit feit te accepteren. Maar ik kan nu gelukkig dit deel van mijn verleden eindelijk afsluiten. Het is goed geweest.” Haar woorden getuigden dat een van de belangrijkste doelen van onze reis bereikt is. Goed gedaan, Olga!
Nanny:
Zuster Matsumoto en haar collega’s, bij wie wij logeerden in een klooster in Kobe, wilden ook ons verhaal horen en waren hiervan ontdaan. Voor het eerste toonden de zusters hun dankbaarheid dat ze met ons kennis mochten maken. Daarna verontschuldigden zij zich voor het leed, dat ons en ons volk was aangedaan.
Yoko:
Maar ook zij zijn niet fout geweest maar de politiek. De hogere macht is fout aan iedere oorlog.
Nanny:
Zij vonden, dat niet alleen mijn uiterlijk Japans was, maar ook mijn doen en laten en mijn houding. Deze bevestiging verbaasde mij, maar tegelijk maakte dit bij mij een blij gevoel los. Dan moeten Erich (mijn broer) en ik toch meer genen van onze vader geërfd hebben, dan wij vermoeden.
De zusters, die les geven op scholen en universiteiten en ook een aanwezige Indonesische priester hebben wij gevraagd ons verhaal door te vertellen.
Na de ontmoeting met Kato-san, oud voorzitter van de Kansai – Indonesië veteranenvereniging in Osaka, die 10 jaar geleden de zoekacties naar onze vaders heeft gestart, besefte ik dat het boek hierna langzaam dicht zou gaan. De veteranen, die mogelijk ons zouden kunnen helpen, worden te oud of zijn ziek. Toch ben ik blij hem eindelijk persoonlijk te hebben ontmoet, zeker omdat wij in het verleden gecorrespondeerd hebben.
**Kyoto
Op weg naar Kyoto, vertelde Yoko-san, dat zij die morgen een telefoontje van haar vriend heeft ontvangen. Het betrof de opsporing van mijn vader. Wat ik niet wist, was dat Yoko-san hem om hulp had gevraagd, om in het plaatsje Futtsu naar mijn vader te zoeken. Hij zou misschien na de oorlog zich daar hebben gevestigd. Maar helaas, ook dit spoor liep dood. Over en sluiten; het boek van het zoeken naar mijn vader gaat dicht. Tijd om hier lang bij stil te staan, kan niet, want de volgende ontmoeting met Miki is aanstaande.
Ze was tijdens haar verblijf in Nederland ons zeer behulpzaam met het demonstreren van theeceremonie. Na een traktatie van Miki met een Duits/Oostenrijks lunch, vertrokken wij met de metro naar Nara waar een andere vriendin van Yoko op ons wachtte. Nara was de oudste hoofdstad, waar de keizers verbleven. Later werd het Kyoto. De boeddhistische tempel waar de grootste boeddha, Daibutsu van ongeveer1250j.stond, was indrukwekkend. De volgende morgen zijn wij met Kayoko en Etsuko naar het oudste gedeelte van Kyoto gegaan. Wij hebben met hen in het park gepicknickt en daarna zijn wij naar Tenryu-ji Tempels en tuinen gegaan. Het was hier heel erg mooi. Tempels en woningen zijn zo gebouwd, dat ze een geheel vormen met de natuur. Ik heb nog nooit zo’n eenheid gezien van natuur en dingen die door mensenhanden zijn gebouwd. Wij hebben hier de hoogste boeddhistische monnik gezien en thee gedronken die door leerlingen van de Geisha opleiding werd geserveerd. Bij zoveel schoonheid, de verfijnde Japans cultuur, besefte ik voor het eerst, dat deze reis een kennismaking met het volk en het land van mijn vader is, maar ook tegelijkertijd afscheid van mijn vader. Ik zal nooit iets van hem en zijn familie horen en daarom ook nooit volledig mijn “roots” vinden.
Yoko:
Op de tweede avond in Kyoto waren wij bij de schoonouders van mijn vriend Hirooka onder dak. Zij waren een beetje zenuwachtig en ook bezorgd of hun huis goed genoeg zou zijn voor de Europese gasten vanwege de kleine ruimte, geen bed, geen stoel en zo voort. Maar we hebben gezegd dat het geen enkel probleem was want we waren er inmiddels aan gewend. Dat was een opluchting voor ze. Nanny en Olga waren heel erg moe en gingen snel slapen. Ik heb een tijdje met de gastvrouw nagepraat. De volgende ochtend heel vroeg hadden we al wat geluid uit een klein keukentje gehoord. Rond 8 uur waren we aan tafel. Daar zijn er ongeveer 10 verschillende soorten gerechten neergezet voor ons. Allerlei ongekende dingen, maar ze waren weer zo lekker. Heel erg zorgvuldig was ze ook.
**Tokio
Nanny:
Langzaam maar zeker begonnen wij aan het laatste gedeelte van onze reis, Tokio. Er wachten ons nog een paar drukke dagen in deze wereld stad. Daar aangekomen, werden wij overweldigd door de drukte op het station; het was nog drukker dan in Osaka in de spits. Al die trappen lopen met onze “barang”(bagage) en mensen die ons als het ware voorbij vlogen.
Yoko:
Ons verblijf in Tokyo is het “Teigenn-ji” tempel bij de monnik Hosei Fujiki. Dat heeft de heer Ookura, een goede kennis van Mevrouw Rozendal geregeld. Ookura- san bespeelt een grote trommel in een Noh spel, een soort traditionele Japanse opera. Die avond stond een bijeenkomst met motorrijders en anderen, die graag ons verhaal wilden horen, op het programma. De motorrijders, bleken vredesactivisten te zijn. Hun leeftijd was van 20- tot 50 jaar en ze hebben verschillende beroepen. Eenmaal paar jaar rijden ze op hun motor door heel Japan. Iedereen, die vredelievend is kan aansluiten. Taal is geen barrière; vrede is hun motto. Tot onze schrik bleek het gezelschap uit meer dan 20 mensen te bestaan. Toen wij ons verhaal vertelden, hebben we mannen van 40 jaar met tranen in de ogen gezien. Ook zij vertelden hun verhaal, hun “pijn”. Zo vertelde een van hen, “Mijn vader woonde tijdens de oorlog in Manchurije. Zijn vader, mijn opa dus, had een hoge rang in het leger. Grootvader kwam nog tijdens de oorlog te weten dat Japan de oorlog zou gaan verliezen. Daarom besloot hij samen met andere hoge pieten hun kolonie te verlaten. Vervolgens is hij daar in een hele korte tijd gevlucht zonder zijn kind mee te nemen. Mijn vader werd dus helemaal alleen achtergelaten. Gelukkig was hij bij een Chinese gezin opgegroeid. Een aantal jaren later wilde hij zijn eigen ouders zoeken in Japan. Na een zoektocht heeft hij zijn ouders uiteindelijk teruggevonden en daarna hebben ze weer samen gewoond. Maar ze konden helemaal niet goed met elkaar omgaan. Mijn vader heeft het zijn vader nooit kunnen vergeven.” Zo vertelde Ookura-san over zijn oom, “Mijn oom is ook in de oorlog gesneuveld. Ik heb hem niet gekend maar mijn grootvader heeft af en toe over hem verteld. Mijn oom was de oudste zoon van het gezin. De familie is generaties lang verbonden met Noh spel. Hij werd daardoor automatisch als de opvolger van zijn vader opgevoed en getraind. Uiteindelijk is hij een zelfstandige speler geworden. Mijn grootvader was heel erg trots op hem. Inmiddels was hij verloofd; toen leek zijn leven vol verwachtingen te zijn. Maar op een dag ontving hij een rode brief; een militaire oproep. Hij mocht geen “nee” zeggen. Voordat hij vertrok heeft hij tegen zijn ouders en zijn verloofde gezegd, “Ik ga jullie beschermen, anders zullen jullie geen goede toekomst krijgen. Stel, als ik nooit meer bij jullie terug zou komen, dan gaat mijn ziel wel naar de shrine-Yasukuni. Daar zullen we zeker elkaar weer ontmoeten.” Daarna is hij vertrokken en ergens in zuid Azië gesneuveld. De nabestaanden hebben helemaal niets van zijn lichamelijke resten of bezittingen teruggekregen. Helemaal niets. Het was enorm pijnlijk en verdrietig voor mijn grootvader. Zijn verloofde is nooit getrouwd en is voor de geest van mijn oom blijven zorgen. Wanneer wij, de nabestaanden, dicht bij mijn oom willen zijn dan gaan we naar Yasukuni tempel waar niet iedereen een positieve mening over heeft. Maar dat is voor ons de enige plaats waar e onze geliefde en trotse oom kunnen ontmoeten….¨. Hij, Ookura-san een van de bekendste Noh spelers heeft toen gehuild: Onverwachts kwam zijn diep verborgen emotie naar boven. Olga heeft hem heel spontaan omhelsd en getroost. Daarna zei ze, “Zie je, de Japanse mensen moeten ook pijn lijden. Niet alleen ik en Nanny of wie dan ook moeten zo veel ellende meemaken door zo’n oorlog….” Hij kende zijn oom niet en daarom kan hij de situatie van kinderen van Japanners begrijpen. Ook ze kennen hun vaders niet en weten niet waar hun graven zijn.
De monnik, meneer Fujiki heeft ook een verschillende verhalen verteld. Het ging onder ander over de invloed van het Tokio tribunaal. Dat de nabestaanden van de A rang oorlogsmisdadigers, na het uitvoeren van het vonnis van de ter dood veroordeelden, door eigen volk werd gestenigd. Zij werden gezien als personen die Japan te schande gemaakt hadden, ondanks dat ze leiders van Japan waren. Wij waren zeer geschokt dat te horen. Zijn verhaal vervolgde: “De houding en de gedachten van het volk die 180 graden gekeerd zijn na de oorlog, was eigenlijk een opmerkelijk en dramatisch fenomeen. Dat, naar mijn gevoel, men geen vertrouwen meer kon hebben in zijn voorgangers en voorouders en in alles wat men meegemaakt heeft. Het gevoel van vertrouwen en zelfrespect, dat is het Japanse volk sindsdien grotendeels kwijtgeraakt, vind ik.”
Nanny:
Het werd een bijzondere avond. Wij hebben samen “de pijn” gedeeld, gehuild, gelachen en… gegeten. Toen ze hoorden dat wij katholiek waren, hebben ze ook een non van een of ander katholiek blad uitgenodigd. Wij waren verbaasd, dat het boeddhisme en het katholiek geloof in Japan gemoedelijk naast elkaar samen gaan. Tot in de klein uurtjes zijn we door gegaan.
Yoko:
Ook hebben wij onze goede vrienden zoals Kardinaal Shirayanagi, father Fukamizu, Noriko Itho, Chizu Inaba en Hirokawa-san ontmoet. Dr. Fukuoka, voorzitter van de Japans- Indonesische vereniging, moest helaas afzeggen wegens drukke werkzaamheden en zijn hoge leeftijd.
Met het Japanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, hadden wij een afspraak met meneer Shimogaite voor ons vertrek via mevr. Akashi en de Japanse Ambassade in Nederland geregeld. Bij dit ministerie wilden wij praten over:
opening van alle militaire archieven ten behoeve van de zoekactie
de verwerkingsreizen voor alle kinderen van Japanners
culturele uitwisseling
Na het officiële gesprek heeft Mevrouw Akashi gezegd, “Ik ben blij dat jullie bij ons geweest zijn. Ik besef nu dat een direct contact altijd het beste is. Hou contact met de Japanse Ambassade voor wat voor reden dan ook!! En wanneer jullie naar de Ambassade gaan, zouden jullie misschien iemand mee kunnen nemen die Japans spreekt als tussen persoon. Dat zou goed helpen voor een betere communicatie. Heel veel succes met alles in de toekomst!”
De laatste dag in Tokio hebben we besteed om naar het Ministerie van Volksgezondheidszorg en Arbeid te gaan. Dit werd mogelijk gemaakt via Ministerie van Buitenlandse zaken. Een laatste poging te wagen voor kinderen van Japanners om alle militaire archieven voor een opsporing te openen. Maar het was helaas niet mogelijk wegens de bescherming van privacy, tenzij er genoeg en duidelijke gegevens van de gezochte vaders aanwezig zouden zijn.Dat soort voorwaarden dar hebben we eigenlijk niets aan, want degene die een vader zoekt, heeft bijna geen andere bronnen voor de gegevens¨..
Nanny:
Die morgen ben ik op advies van de monnik naar de tempel gegaan om te mediteren. Ik heb bewust afscheid van mijn vader genomen. Het was moeilijk om ‘hoop’ los te laten en voelen dat je moet rouwen, zonder ooit je vader gekend te hebben. Na deze laatste reis zal al mijn vragen nooit beantwoord worden. Maar het is goed om verder met je leven te gaan.
Wij zijn blij, dat in de herfst voor het eerst 3 lotgenoten van stichting Sakura naar Japan vertrekken, weliswaar onder de paraplu van de stichting E.K.N.J. We hopen dat, in de toekomst alle lotgenoten deze kans krijgen van de Japanse regering. Het is zo belangrijk om het land en het volk van je vader te leren kennen.
Tenslotte
De indrukken van deze reis kan niemand ons meer afnemen. Een reis met veel emoties en vriendelijke, liefdevolle, gastvrije ontmoetingen. Dankzij Yoko-san is het een echte kennismaking met mensen, land en cultuur geworden. Kortom een echte verwerkingsreis. Conclusie van deze reis na zoveel weken weer thuis te zijn is; zoals ik al in Japan zei: ”Ik schaam mij niet meer half Japans te zijn. Ik mag er trots op zijn” Geen enkele kind is schuldig. Niet het kind van een moordenaar, niet een kind van de vijand, of van ouders die om welke redenen dan ook foute keuzes in hun leven hebben gemaakt. Daarom voel ik mij in Japan net zo thuis als hier in Holland. Twee van mij drie “Identiteiten” zijn op hun plaats. Nu nog mijn geboorteland, waar ik mij helemaal niet “thuis” voel.
Yoko:
Het is inderdaad echt de moeite waard geweest. We zijn alle drie heel erg tevreden met wat we meegemaakt hebben in Japan. Vooral in het rustig platteland zouden we heel graag langer willen blijven. Daar hadden we echt innerlijke vrede kunnen voelen. We zijn al de mensen die ons geholpen hebben en ons vriendelijkheid en warmte hebben gegeven natuurlijk heel erg dankbaar. Tot onze verbazing werd ons door sommige vrienden die we helaas niet direct konden ontmoeten wat zakgeld en bijdragen voor de reis toegestuurd. Zonder hen hadden we geen mooie reis kunnen maken; een reis die allerlei mogelijke contacten met gewone lokale mensen in stand heeft gebracht, is zeker goudswaard. Door deze ervaringen zou men juist kunnen voelen en begrijpen wat voor mensen Japanners zijn. Wanneer je Japan bekijkt als een gehele massieve maatschappij, dan zou je misschien snel teleurgesteld raken door haar conservatieve en inflexibele constructie vooral in politiek. Maar van individuele mensen krijg je toch een andere indruk. Op een plek waar we samen zijn proberen ze zo goed mogelijk hun best voor je te doen. Dat hebben we goed gemerkt. Daar zijn we ontzettend dankbaar voor! Ik geloof ongetwijfeld dat onze reis wederzijds een goede effect gegeven heeft. Met andere woorden dat niet alleen wij, maar de Japanse mensen die we tijdens de reis ontmoeten hebben, een diepe indruk van Nanny en Olga gekregen hebben. Ze waren blij en dankbaar voor deze bijzondere ontmoeting. Sommige hebben geschreven, “Mijn ogen zijn door jullie weer geopend. In het dagelijks drukke leven in Japan, vergeet je de buitenwereld te zien; Maar door het bericht over jullie reis naar Japan heb ik weer een impuls gekregen om wakker te blijven.”
De schoonmoeder van mijn vriend in Kyoto schreef in haar brief: “Ik ben erg blij dat de gevoelens van Nanny en Olga ten opzichte van Japan verbeterd is. Ik maak me soms erg zorgen of het goed met Japan zal gaan in de toekomst vanwege de weinige erkenning van de oorlogstijd toen we allemaal ellendig en bedroefd waren. Dat zou gedeeltelijk aan mijzelf liggen, want in het verleden had ik altijd vermeden om over de afschuwelijke ervaringen te praten. In plaats daarvan probeerde ik leuke dingen te vinden in ons leven. Ik deed gewoon alsof er niets aan de hand was. Maar na de ontmoeting met jullie besef ik nu dat deze manier van leven toch niet ideaal was geweest…..”
We hopen dat andere mensen van de tweede generatie Japanse nakomelingen ook een kans zullen krijgen om met hun eigen ogen hun tweede vaderland, Japan te mogen zien. En tegelijkertijd hoop ik dat meer Japanse mensen hen zullen ontmoeten om hun wereld te kunnen verrijken. Het is een zeer leerzaam proces voor beide kanten, daar twijfel ik niet aan. Daar zullen zeker wederzijds begrip en vertrouwen voor de toekomst gaan groeien en bloeien.
Nanny:
Na dit alles verwerkt en een plaatsje te hebben gegeven, zal ik mij samen met Sakura, zuster / vrienden organisaties wederom inzetten voor vriendschap en samenwerking tussen Nederland en Japan op het gebied van cultuur etcetra. Rest mij nog Yoko-san en alle Japanse “vrienden” te bedanken voor deze fijne reis, ook namens Olga. Arigato gozaimasu…
Yoko:
Tot slot wil ik ook aan Nanny en Olga hartelijk bedanken voor deze onvergetelijke bijzondere en gezellige reis!! Ik heb zelf ook heel veel van hun geleerd. Hartelijk dank voor het luisteren!